Zeg je Elzas, dan zeg je natuurlijk wijn en ooievaars. Maar vooral ook pittoreske dorpen en bijna ontelbaar veel kastelen. Het kasteel van Haut-Koenigsbourg is het bekendste en meest bezochte van de streek. Iets verderop, bij het wijndorp Ribeauvillé, liggen de ruïnes van maar liefst drie kastelen heel dicht bij elkaar. Ze zijn alleen te bereiken door middel van een wandeling. Leuk voor jong en oud, al is het wel even klimmen voor je er bent.
Ook naar de Elzas op vakantie? Misschien heb je wat aan deze tips!
Eerder bezochten we de bekendste wijndorpen van de Elzas al eens aan het begin van de winter, toen net de eerste kerstversieringen van stal werden gehaald. Ditmaal zijn we in een heel ander jaargetijde in de streek. Nadat we geluncht hadden in het zelfs in het voorseizoen al wel erg drukke Riquewihr, besluiten we het hogerop te zoeken en de toeristenbussen uit de weg te gaan. Op de hellingen boven het dorp Ribeauvillé liggen namelijk drie ruïnes van middeleeuwse kastelen. Ideaal voor een leuk uitstapje.
Vanaf de kastelen heb je namelijk een prachtig uitzicht over de wijngaarden en de dorpen van de Elzas, met aan de overkant van de Rijnvlakte de donkere heuvels van het Zwarte Woud in Duitsland. Bijkomend voordeel is dat de wandeling voor de meeste toeristen net iets te inspannend is, zodat je de drukte van de wijndorpen een beetje kunt ontvluchten. Natuurlijk moet je er in het hoogseizoen wel rekening mee houden dat meer mensen op dit idee komen.
Routes
De wandeling begint vanaf de kleine Parking du Lutzelbach, aan de noordkant van Ribeauvillé. De ongeveer twintig parkeervakken waren al bezet toen wij er aan het begin van de middag kwamen, maar verderop bij de kerk aan de Rue du Lutzelbach vonden we nog lege plekken. Aan de westkant van de Parking du Lutzelbach zijn de wandelpaden te vinden.
Je hebt de keuze uit verschillende routes om de drie kastelen te bereiken. Het vaakst gewandeld is de route waarbij je in een rondje met de klok mee langs alledrie de kastelen loopt, met een lengte van ongeveer 7 kilometer en een hoogteverschil van vierhonderd meter. Deze vonden we in diverse wandelgidsen en ook online kom je de route veel tegen. Wij kiezen echter voor een wat kortere variant, waarbij we tegen de klok ingaan en alleen de onderste twee kasteelruïnes bezoeken, het Château du Girsberg en het Château de Saint-Ulrich. Hierbij stijg je meer geleidelijk en bewaar je het steilste gedeelte voor de afdaling. Handig omdat we met twee kleine kinderen in de draagrugzak wandelen, en omdat de zon inmiddels fel op onze hoofden brandt.
Vanaf de parkeerplaats wandelen we noordwaarts, waarbij we het gele kruis op de bordjes volgen. Na een half uurtje geleidelijk stijgen bereiken we een breed bospad, waar we links afslaan en opnieuw het gele kruis volgen. Na een minuut of twintig zien we de ruïnes van het eerste kasteel liggen. Als we rechtsom langs dit kasteel lopen krijgen we alvast een indrukwekkende blik op het grotere Château de Saint-Ulrich.
Een stukje geschiedenis
De eerste vermelding van een kasteel boven Ribeauvillé dateert uit 1038. Hoogstwaarschijnlijk gaat het hierbij om het Château Haut-Ribeaupierre, ook wel Altenkastel genoemd. De naam doet vermoeden dat het om een voormalig Romeins castellum gaat dat op deze plek zou liggen. Rond de twaalfde eeuw werd er dichter bij het dal een nieuw kasteel gebouwd, dat nu bekend staat als Château de Saint-Ulrich. Een eeuw later verrees ook het derde kasteel, het Château de Girsberg. Deze ligt als een adelaarsnest op een rotspunt en diende vooral om het naastgelegen kasteel en de met verdedigingsmuren omringde stad beter te kunnen beschermen.
De kastelen waren het grootste deel van de geschiedenis in bezit van de adelijke familie De Ribeaupierre. Het laatste mannelijke lid van deze familie overleed in de zeventiende eeuw. Maar al in de zestiende eeuw hadden ze hun woonplaats op de onherbergzame helling ingeruild voor een comfortabeler renaissancegebouw in Ribeauvillé. Al snel raakten de kastelen dan ook in verval.
Het kasteel van Saint-Ulrich is het best bewaard gebleven. Een groot deel ervan is (kosteloos) toegankelijk, je kunt bijvoorbeeld op het donjon klimmen voor een mooi uitzicht, maar ook beneden is er nog genoeg van het oorspronkelijke kasteel te zien. Indrukwekkend is de twaalfde-eeuwse ridderzaal met negen fraaie romaanse vensters, die uitzicht bieden over de vlakte van de Elzas. Ook de slotkapel is nog goed te herkennen.
Terugweg
Aan de oostkant van het kasteel van Sint-Ulrich voert een smal kronkelend weggetje naar beneden. We zijn blij dat we deze niet omhoog hebben hoeven lopen, het is dan wel de snelste weg naar de kastelen maar ook de steilste. Na een paar haarspeldbochten komen de eerste wijngaarden al snel in zicht en vervolgens wandelen we tussen de druivenranken en met een mooi uitzicht op Ribeauvillé naar beneden. Hoog tijd om nog even een ijsje te gaan halen, en om te genieten van de pittoreske straten met de typische Elzasser vakwerkhuizen.
Hallo
Ik volg jullie akkoord zo lang via mail berichten en ben echt door jullie verliefd geworden op Frankrijk terwijl ik alleen nog maar Parijs en Boulogne-sur-mer heb gezien. Zoveel moois…..waar moet je dan toch beginnen….
Bedankt voor al die prachtige foto’s en mooie verhalen…..
Ik moet gewoon gaan!!!!
Succes en ga zo door!
Veel liefs.
Jacqueline Rozendal-Visser