Helemaal aan de noordoostkant van de Gard, tegen de Rhône genesteld, ligt een verborgen parel waar op iedere hoek van de straat wel wat te ontdekken valt. Een prachtige blik op het onderliggende landschap, bestaand uit een lappendeken van wijngaarden, lavendelvelden en kronkelende weggetjes, of de oude stenen van een middeleeuws huis, een zorgvuldig bijgehouden dorpstuintje, een kapelletje, restanten van een verdedigingstoren, en bovenaan het dorp een fraai gerestaureerde molen uit het begin van de negentiende eeuw.
Zin in een verblijf in de Gard? Misschien heb je wat aan deze tips!
De molen trekt meteen de aandacht van onze zoon, die er liefst dan ook meteen naar toe rent. Maar om er te komen volgen we het circuit de découverte, dat ons slingerend langs enkele mooie plekken van Vénéjan leidt. Vénéjan heeft geen grote rol in de geschiedenis gespeeld. Het heeft echter wel oude wortels, hier was ooit een Romeinse nederzetting met de naam Veneianum, later volgde er een bescheiden kasteel, eigendom van het adelijke Maison de Béziers.
Wanneer we door de met kasseien bedekte straatjes en paadjes van Vénéjan omhoog lopen krijgen we aan onze rechterkant steeds meer zicht op het prachtige landschap van de Gard, rond Bagnols-sur-Cèze. Onderweg staan er enkele informatiebordjes over de huizen en oude stenen die je tegenkomt. Dan slaan we linksaf tussen enkele ruïnes van oude dorpshuisjes door en komen we in het dorpsparkje, waar tussen de kruiden en struiken bordjes van leisteen hangen met stemmige uitspraken en gezegdes. Over de stenen trappetjes gaat het verder omhoog, tot we op het pleintje voor de twaalfde-eeuwse romaanse kapel staan.
Helaas, de deur is gesloten in het naseizoen, dus moeten we het doen met het prachtige uitzicht en de wetenschap dat binnen in de kapel nog schilderingen uit de veertiende-eeuw te zien zijn. Aan de overkant, op een ander heuveltje, ontwaren we de dertiende-eeuwse kasteel, dat tegenwoordig privébezit is. Achter het kapelletje ligt een middeleeuwse begraafplaats met enkele zeer oude grafstenen, als je daar naar toe loopt zie je aan je rechterhand de onderste delen van een oude wachttoren, ooit onderdeel van de verdedigingswerken van het dorp. En tot vreugde van onze zoon verschijnt verderop tussen de bomen het schilderachtige molentje. Zo’n honderd jaar was het bouwwerk in gebruik als graanmolen en voorzag het het dorp van meel. Eind twintigste eeuw werd het destijds vervallen gebouw door een vereniging onder handen genomen en zorgvuldig gerestaureerd, met gebruik van ambachtelijke methodes en materialen. Tegenwoordig functioneert het weer zoals vroeger en worden er regelmatig demonstraties gegeven.
Na een paar foto’s blijkt het speeltuintje verderop nóg interessanter voor onze twee zoons, een goede plek dus om even te pauzeren, voordat we nog door wat andere leuke straatjes weer naar beneden wandelen.
De molen van Vénéjan deed veel denken aan een andere provençaalse molen die we een paar jaar eerder al eens zagen. Hij lijkt namelijk erg op de molens bij Fontvieille in de Alpilles, door schrijver Alphonse Daudet beroemd gemaakt met zijn boek Lettres de mon moulin. Hij dateert dan ook uit dezelfde tijd en je zit er hemelsbreed niet zo heel ver vandaan. Dit gedeelte van de Gard wordt ook wel eens de Provence occitane genoemd. Je zit er officieel in Occitanië, maar de Provençaalse sfeer is overal aanwezig.
Leuk om iets over een dorp te lezen waar we enkel weet van hebben als we erlangs komen op weg naar of van ons huis. Er zijn inderdaad nog mooie plekjes op een boogscheut van onze woonst.