Vanaf het afgelegen bergdorpje La Bérarde loopt een smal en wild gletsjerdal richting Le Bourg-d’Oisans. Dorpjes zijn er weinig hier en vanaf de kronkelige weg die door het dal loopt heb je geregeld overweldigende uitzichten op de omringende bergtoppen. Op verschillende plekken in het dal starten wandelroutes die je naar de mooiste plekjes brengen. Van de zomer reden we door dit dal en brachten we een paar dagen door in La Bérarde. In dit blog vertel ik je meer over dit mooie bergdal, Vallée du Vénéon!
De naam van het dal komt van de rivier die er doorheen stroomt, de Vénéon, die als bron de Glacier de la Pilatte heeft. Hoe verder de rivier zich een weg baant door het nauwe dal, hoe breder hij wordt, doordat ook van de zijdalen verschillende beekjes en riviertjes naar beneden stromen. De zijriviertjes zijn soms behoorlijk wild en hebben diepe kloven uitgesleten. Verspreid over het dal liggen enkele dorpen en gehuchten.
Het eerste grotere dorp dat je tegenkomt als je het dal inrijdt is het charmante Vénosc. Het ligt een beetje tegen de berghelling aan, je moet eerst wat bochtjes draaien voordat je in het kleine centrum belandt. Vanuit het dal loopt een kabelbaantje omhoog die je naar het skigebied van Les Deux Alpes voert. Maar dat is niet de hoofdattractie van het dorp. Je komt hier met name voor je rust, de prachtige ligging en de authentieke stenen huizen waartussen nauwe straatjes en steegjes kronkelen. Een mooi uitzichtspunt heb je bij de kerk, waarvan de fundamenten uit de negende eeuw stammen.
Lac Lauvitel
Iets voor Vénosc kom je langs het begin van enkele wandelroutes die naar het Lac Lauvitel voeren, het grootste meer van de Écrins. Dit natuurlijke meer is enkele honderden jaren geleden ontstaan en vormt nu een idyllisch plekje. Wij hadden in de planning geen ruimte voor de wandeling naar het meer, maar we hebben ons laten vertellen dat het meer dan de moeite waard is.
Rijd je na Vénosc verder, dan kom je al snel in het ruigere gedeelte van het dal. Net voor het dorp Saint-Christophe-en-Oisans kom je enkele haarspeldbochten tegen, verder stijgt de weg geleidelijker. Saint-Christophe is overigens ook een leuk dorp voor een tussenstop. Je vindt er een bijzonder kerkje met een begraafplaats met graven van verschillende omgekomen bergbeklimmers uit de voorbije decennia. Verderop in het dorp zit een fijn restaurant en hotel, La Table de Chritolet. Hier heb je een heerlijk loungeplekje op een grasveld met een weids panorama over de tegenoverliggende bergen. We drinken er een lokaalbiertje, voordat we onze weg vervolgen naar La Bérarde.
La Bérarde
Want dat laatste dorp is het hoogtepunt van het dal, in elk geval voor wandelaars. Vanuit het kleine bergdorp, dat alleen in de zomer toegankelijk is, lopen allerlei wandelpaden het hooggebergte in. Je kunt er terecht voor gemakkelijke en moeilijke wandelingen, van een paar uur tot meerdaagse tochten. Aanraders zijn de wandeling naar de Pilatte-gletsjer en de Tête de la Maye.
