turckheim-elzas

Turckheim, donkere geschiedenis in bontgekleurde straatjes

In de driehoek Kaysersberg, Eguisheim en Colmar ligt een klein en vaak overgeslagen plekje: Turckheim. Dit renaissancedorp ligt tegen steile hellingen vol wijngaarden aangeplakt en net als op veel andere plaatsen in de omgeving draait het hier om wijn. Maar je vindt hier ook nog een groot aantal oude gebouwen en in de zomermaanden kun je hier de enige overgebleven nachtwaker van de Elzas aan het werk zien.

We parkeren onze auto op een kleine parkeerplaats, net buiten het stadje. Op de helling aan onze linkerhand rijzen de wijngaarden op tot aan de hemel, recht voor ons ligt de Porte de Munster, een van de drie overgebleven poorten van de stad.

Slag om Turckheim

Nog voor deze poort tref je de eerste herinnering aan de geschiedenis van Turckheim: een omstreden obelisk (1932) ter ere van Henri de la Tour d’Auvergne, burggraaf van Turenne. In de Hollandse Oorlog (1672-1679) behaalde hij hier een klinkende overwinning op de legers van Brandenburg en Oostenrijk, waardoor Turckheim weer in handen kwam van het koninkrijk Frankrijk. Nadat hij het stadje had ingenomen, richtte hij echter een bloedbad aan onder de inwoners, als represailles voor het verzet dat hij van hen had ondervonden.

Bontgekleurde straatjes

Bij het Office du Tourisme halen we een prachtig geïllustreerde plattegrond van de stad. Met twee hoofdstraten is een plattegrond eigenlijk niet nodig, verdwalen is onmogelijk. Maar op de kaart staan ook alle bezienswaardigheden van Turckheim, zoals het beroemde Hôtel des Deux Clefs. De rondwandeling begint zodra we naar buiten stappen: het VVV-kantoor is gevestigd in een van de mooiste gebouwen van de stad, een felroze, zestiende-eeuws wachthuis.

We bekijken eerst de Porte de France (1315), de oudste poort van de stad, en lopen vervolgens terug naar de Grand’rue, waar je nog verschillende huizen uit eind zestiende en begin zeventiende eeuw kunt zien. Via de Rue des Vignerons kom je bij de derde poort van het stadje, de Porte du Brand. We slenteren verder door de sfeervolle straatjes, langs de romaanse toren van de Église Sainte-Anne, het zestiende eeuwse Hôtel de Ville en een openbare bloemen- en kruidentuin.

Bang voor brand

Veel van de vrolijk gekleurde huizen in Turckheim zijn gebouwd in de typische vakwerkstijl uit deze regio. Door al dat hout waren de bewoners van de stad erg angstig voor brand. Een nachtwaker had de nobele taak om dit te voorkomen. Op elke hoek riep hij luid “Han sori zu Fir und Liacht”, om de bewoners aan te sporen hun haard en kaars te doven. Kom je hier in de zomermaanden, dan kun je ‘s avonds de nachtwaker nog aan het werk zien.

En die naam?

De geschiedenis van Turckheim gaat terug naar de Romeinse tijd. De naam van het dorp, die nu misschien wat vreemd klinkt, is echter terug te voeren op een Thüringer stam die zich op deze plek vestigde. Een negende eeuws document spreekt over Thorencohaime, waarin je het huidige Turckheim kunt herkennen.

  1. Theo Hein zegt:

    Mooi dorpje. In de 70 en 80 jaren diverse malen geweest. Nachtwaker gezien, ooievaars maar ook choucroute garni gegeten. Ook een erg lekker toetje van ijs/schuimpjes en bergen slagroom?
    Ook de omgeving erg mooi.

Geef je reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Misschien vind je dit ook interessant