Als je ergens kunt ontdekken dat de bergen vol verrassingen zitten is het wel in de Vanoise. Steenbokken, gemzen, zeldzame bloemen, watervallen, gletsjers, puinhellingen, lieflijke alpenweides, steile bergpasovergangen, klauteren over rotsen. Ik liep een rondje langs de Glaciers de la Vanoise, een aaneengesloten ijskap bovenop de hoogste toppen van het gebied en laat je in deze blog de hoogtepunten zien.
Zelf de Tour des Glaciers de la Vanoise wandelen? Misschien heb je wat aan deze tips!
De Vanoise is het allereerste nationale park van Frankrijk, opgericht in 1963. Dat dit niet voor niets was, blijkt uit de hoeveelheid dieren en planten die hier nu voorkomen, en die sindsdien flink in aantal gegroeid zijn. Duizenden steenbokken en gemzen bijvoorbeeld, waarvan wij er tijdens de wandeling ook enkele zijn tegengekomen. De streek grenst in Italië aan het nationale park van de Gran Paradiso, en samen vormen ze het grootste beschermde gebied in Europa.
Een bekende wandelroute die door de Vanoise loopt is de Tour des Glaciers de la Vanoise. Je loopt hiermee in 4 tot 7 dagen een rondje om een aantal van de gletsjers die er hier te vinden zijn en die samen een ijskap van zo’n 10 vierkante kilometer vormen. Veel wandelaars beginnen hun rondje in Pralognan, maar omdat de capaciteit van de hutten beperkt is kan het soms wat puzzelen zijn om de route passend te krijgen. Zo ook voor ons, bij het plannen bleek al snel dat de handigste optie zou zijn om aan de andere kant van de bergen te beginnen met wandelen. Het handige van deze huttentocht is dat er meerdere plekken zijn waar je met de auto dicht bij de wandeling kunt komen, met name aan de zuidkant van het gebied. En zo gebeurde het dat we op een zonnige zondag aan het begin van de middag de auto achterlieten bij Parking de Bellecombe, bereikbaar via een bergweggetje vanuit Termignon in het dal Haute Maurienne.
Dag 1: Refuge du Col de la Vanoise
De eerste wandeldag is een echte inloopdag, met een tocht die zonder pauzes zo’n 4 uur in beslag neemt. Vanaf de parkeerplaats, die op deze zondag in de zomer behoorlijk vol staat, gaat het over een soort hoogvlakte langs een meertje naar Plan du Lac, waar we de laatste nacht weer zullen terugkeren. Vanaf daar is het enkele honderden meters afdalen naar een soort dalkom, aan de voet van de Grande Casse, met 3855 meter de hoogste top van de Vanoise. Via een stenen bruggetje uit de zestiende eeuw bereiken we het begin van de Col de la Vanoise, die onderlangs de Grande Casse richting Pralognan voert. Een route die al honderden jaren wordt genomen, onder meer door kaasboeren die hun producten aan de andere kant van de bergen wilden verkopen. Halverwege de col zien we nog een overblijfsel uit vroeger tijden, een complete bunker diep in de rotsen genesteld, ooit onderdeel van de befaamde Maginotlinie. Vlak daarvoor passeerden we een kleine groep steenbokken, en ook bovenop de bunker staat er een. Ze laten zich vrij gemakkelijk benaderen, zijn onverstoorbaar. Vanaf de bunker is het nog een klein stukje stijgen en vervolgens door een schitterend hooggelegen dal waar een stroompje doorheen kringelt en in de zompige bodem volop wit wollegras groeit. Na een klein uurtje lopen over dit terrein ligt de hut al snel voor ons, in een prachtig decor met rechts een gletsjermeer, onderaan de steil ogende Glacier des Grands Couloirs.
Dag 2: Refuge Péclet-Polset
Na een goede nachtrust in de vrij grote, moderne hut van de Col de la Vanoise, is het tijd voor wat later een huzarenstuk zou blijken te zijn, de tocht naar onze volgende berghut. Vooraf hadden we bij een medewerker van de hut nagevraagd welke route we het beste konden nemen, er zijn namelijk twee opties. Ofwel helemaal door het dal van Pralognan en dan over een lange grindweg langzaam stijgend weer naar de volgende hut omhoog, ofwel bovenlangs over een ruig terrein, via twee colletjes en de Refuge de la Valette, om uiteindelijk aan het eind van het dal vanuit Pralognan uit te komen en dan nog een stuk over de grindweg te lopen. De man aan wie we het vroegen stelde zonder blikken of blozen dat de route bovenlangs lang was, en ruim 7 uur in beslag zou nemen. Omdat we al hadden gezien dat de route onderlangs via Pralognan ook 7 uur zou duren, was de keus makkelijk: de avontuurlijke route bovenlangs.
Vol goede moed begonnen we aan de afdaling en vervolgens de klim naar de Col du Grand Marchet op 2490 meter. Vooral het laatste deel van die klim is zwaar en steil, je komt uit in een smal couloir met losliggende stenen en grind. Maar als je boven bent is de beloning groot: een grandioos uitzicht over een keteldal met links een aantal forse watervallen die vanaf de rotsen naar beneden kletteren.
Vervolgens dalen we aan de linkerkant van het dal af naar een kleinere col verderop, die toegang geeft tot het pad naar de Refuge de la Valette. Deze oversteek is eenvoudiger maar voert ook door een schitterend klein besloten dalletje, afgesloten door een kleine rotswand. Als we uiteindelijk bij de hut aankomen is het inmiddels een uur of vier. Prima tijd, ware het niet dat de hut waar we een overnachting hebben gereserveerd nog vier uur lopen verder ligt. Tot zover ons vertrouwen in de adviezen van de hutmedewerkers.
Voor een lid van onze groep is de afstand echt te ver, en aangezien alle hutten onderweg vol zitten is onze enige optie aankloppen bij de laatste kaasboer aan het eind van het dal, op nog ruim twee uur lopen van onze eindbestemming. Gelukkig zijn ze mensen hier superaardig, hij biedt zelfs nog aan om met zijn jeep door te rijden tot een kwartiertje lopen van de hut, hoewel dat vanwege de beschermde status van het nationale park eigenlijk niet toegestaan is. Voorzien van onze hoofdlampjes bereiken we uiteindelijk ver na etenstijd de Refuge Péclet-Polset, waar de vriendelijke medewerkers ons met een diner bij kaarslicht opwachten. Ook zij vinden het onbegrijpelijk dat ze ons bij de vorige hut verteld hebben dat deze route makkelijk te doen zou zijn in 7 uur.
Overigens is de route die we hebben gelopen uiteindelijk wel een van de hoogtepunten van de tocht geworden, want de uitzichten onderweg waren ronduit schitterend en het pad is lekker avontuurlijk. Mijn advies zou dan ook zijn om een extra overnachting in te plannen in de Refuge de la Valette, zodat je volop van al dit moois kunt genieten. En heb je die optie niet, ga dan heel vroeg op pad (lees: rond een uur of 6 ’s ochtends) en alleen als je een goed geoefende bergwandelaar bent. Later zagen we op een overzichtskaart dat er zonder pauzes voor deze route ruim 10 uur staat. De meest veilige optie is om gewoon de route onderlangs te nemen, via Pralognan. Ook deze is al lang genoeg voor een dag wandelen.
Dag 3: Refuge de l’Orgère
De volgende dag kunnen we het gelukkig wat rustiger aan doen, omdat voor de route naar onze volgende bestemming slechts zo’n 3,5 uur staat. De twee reisgenoten die bij de kaasboer overnacht hebben komen aangewandeld, maar voor één lid van onze groep wordt het lastig om de weg te vervolgen. Daarom besluiten we om opgesplitst verder te gaan en te kijken of we later deze tocht nog weer bij elkaar kunnen komen.
Met een bijna gehalveerde groep lopen we verder richting de Refuge de l’Orgère, wat eerst zo’n 300 meter stijgen is en vervolgens een afdaling naar ruim 1900 meter hoogte. Vlak voor de top van de col komen we door een haast bizar landschap van honderden steenmannetjes, die in de meest bijzondere vormen zijn opgebouwd. Vanaf de col kun je ver kijken, tot aan de toppen van de Écrins in het zuiden en de Mont-Blanc in het noorden aan toe. De afdaling gaat door een glooiend landschap met alpenweides en zicht op bijzondere rotslagen, waarbij we zo af en toe de restanten van granaten zien liggen. In vroeger tijden werd dit afgelegen dal gebruikt als militair oefenterrein. Na zo’n 4,5 uur inclusief pauzes komen we aan bij de hut van Orgère, wat meer een veredeld berghotel blijkt te zijn.
Dag 4: Refuge du Plan Sec
De volgende dag zit het weer wat minder mee. Het begint al grijs, maar na een uurtje lopen barsten de eerste buien los. Toevalligerwijs is het ook een van de minst mooie dagen qua uitzicht, we lopen eerst een stuk door het bos en vervolgens richting de stuwmeren boven Aussois. Vooral de tweede helft van de wandeling regent het flink door, waardoor we eigenlijk geen idee hebben in wat voor landschap we nu eigenlijk lopen. Dat blijkt pas later, als we bij de schilderachtige hut van Plan Sec zijn aangekomen. De wolken trekken wat op, en voor ons verschijnt een prachtig panorama op de meertjes en de bergen tegenover ons. De hut is overigens echt een aanrader, ook voor eventueel een dagtochtje vanuit het dal. Je slaapt in knusse kamertjes in een natuurstenen gebouw, rondom de hut klingelen de koeienbellen, en overal zijn gezellige hoekjes in het gras gecreëerd.
Dag 5: Refuge de l’Arpont
Vandaag staat een vrij lange wandeling van rond de 7 uur zonder pauzes op het programma die qua uitzichten in mijn top drie van de Tour des Glaciers komt te staan. Het pad gaat het grootste deel van de dag evenwijdig aan de hoogtelijnen langs de groene hellingen, waarbij je constant een indrukwekkend uitzicht op de Haute Maurienne hebt. Hoogtepunten zijn onder meer de oversteek van een megagroot steenveld op de plek van een oude inmiddels gesmolten gletsjer, uitzicht op een ‘rotsbrug’ hoog in de bergen, een aantal pittoreske, snelstromende bergbeken, en twee paragliders die vlak boven onze hoofden langs komen scheren. De moderne, grote hut van Arpont ligt in een mooie omgeving, met een groot panoramisch terras.
Dag 6: Refuge de Plan du Lac
Vooral het eerste deel van de wandeling naar het begin van ons rondje rondom de gletsjers van de Vanoise is schitterend. Achter je heb je een overweldigend zicht op de gletsjers waar we al die tijd omheen hebben gelopen. Onderweg zien we een kudde steenbokken een sneeuwveldje oversteken, een gems, mooie meertjes, een herder met zijn kudde schapen, honderden bloemetjes, beekjes, en, al snel, aan de overkant van een diepe gorge ook de hut die vandaag ons einddoel is. Ook deze hut is er weer een uit het boekje: idyllisch gelegen, een traditionele uitstraling en lekker eten. De ideale ingrediënten om weer op te laden voor de lange terugreis naar Nederland!
Voor meer informatie over de Tour des Glaciers de la Vanoise kun je terecht op onze andere website Bergwandelroutes.nl.
Hoi Martijn! Bedankt voor deze mooie blog. Ik en twee vrienden van mij willen deze vakantie graag een wandel route door de bergen doen van een aantal dagen. Na een beetje overleggen en onderzoek doen lijkt ons deze route eigenlijk perfect. Maar een probleem, aangezien we alle drie 17 jarige zijn die nog op school zitten hebben we niet al te veel budget. Op een andere site had ik gelezen dat de hele reis met hutten zo’n 650€ p.p. zonder voorschot kost. Dit kost ons teveel, dus dacht ik of het misschien niet mogelijk zou zijn om deze route te lopen, maar in plaats van in hutten te overnachten in eigen tentjes. Dus dat we dan in onze tassen tentjes en matjes meenemen, zelf voedsel meenemen voor tijdens het lopen, en warm eten in de hutten. Denk jij dat dat realistisch zou kunnen zijn? Alvast bedankt, Groetjes Eben
Ik wil samen met mijn vriendin hetzelfde doen. Deze tocht in tentjes met eigen eten mee. Wij zijn net als Eben erg benieuwd of dit te doen is.
Hartstikke bedankt, Joost