Bar-le-Duc
Grand-EstMeuse

Sneeuw in Bar-le-Duc


Wie in Bar-le-Duc op zoek gaat naar het gelijknamige bronwater komt bedrogen uit. Water is er genoeg in deze Noord-Franse stad, voornamelijk in de vorm van het riviertje Ornain en het kanaal van de Marne naar de Rijn. Maar het bronwater dat in Nederland onder deze naam verkocht wordt komt gewoon uit de grond in Utrecht-West. Op onze reis naar de Gard in Zuid-Frankrijk besluiten we een mooie omweg door deze westelijke kant van Lotharingen te maken en strijken we neer in dit vaak voorbij gereden plaatsje. Een dun laagje sneeuw gaf nog wat extra sfeer tijdens de paar dagen die we in deze stad verbleven.

Streektips

Zelf ook een bezoek brengen aan Bar-le-Duc? Misschien heb je wat aan deze tips!

Naast het bronwater kwam er nog andere een Nederlandse associatie in me op bij deze stad, namelijk Baarle-Hertog. Maar ook hier is er geen verband. Het ‘Baar’ in de Nederlandse naam heeft waarschijnlijk Germaanse wortels terwijl het Franse Bar vanuit het Gallische woord voor hoogte afkomstig is. Bar-le-Duc ligt een stukje onder Verdun in het departement Meuse en is de historische hoofdstad van het hertogdom Bar, dat lange tijd voor de helft behoorde tot het koninkrijk Frankrijk en voor de andere helft tot het Heilig Roomse Rijk. In de renaissance, grofweg de periode van de zestiende eeuw, kwam de stad tot bloei en daaraan dankt het nog een groot deel van de gebouwen in de oude bovenstad. Tegenwoordig is de stad vooral bekend als beginpunt van een belangrijke weg die richting het front bij Verdun leidde.

Tussen Verdun en Bar-le-Duc ligt namelijk de D1916. Niet voor niets heeft de weg dit nummer, want dit was in de Eerste Wereldoorlog de grootste aanvoerlijn naar het front. Honderdduizenden Franse soldaten werden hier haast als lammeren naar de slachtbank geleid. Tijdens de oorlog was dit een vrij eenvoudige departementale weg, maar na de oorlog kreeg het al snel de bijnaam voie sacrée, als verwijzing naar de via sacra, de oude hoofdstraat in Rome en kreeg het promotie naar een route nationale. Van 1972 tot 2006 stond deze weg bekend als de N35. In het stadhuis van Souilly, het oude hoofdkwartier van het Franse leger ter plaatse, is een klein museum ingericht over de voie sacrée.

Twee delen

Bar-le-Duc is een stad waarvan de wortels teruggaan tot de Romeinse tijd. Deze plek lag namelijk langs de Romeinse weg tussen de voorlopers van Metz en Reims. In de middeleeuwen werd het de hoofdstad van het hertogdom (duché) Bar. De stad ontwikkelde zich zowel rondom het hooggelegen kasteel als aan de oevers van de rivier de Ornain. Nog steeds bestaat Bar-le-Duc dan ook uit twee delen, die allebei hun eigen sfeer hebben. Wij overnachten in een gîte in de buurt van de nieuwe markthal, en dat blijkt een goede uitvalsbasis om de rest van de stad te verkennen. Om de hoek een uitstekende warme bakker voor verse broodjes, en met een minuut of tien lopen staan we bovenin de oude stad. Hier raken we gecharmeerd van de eeuwenoude huizen. De nacht ervoor heeft het aardig gesneeuwd, waardoor de straten en daken met een fijn laagje sneeuw bedekt zijn.

Voor geschiedenisliefhebbers is de hooggelegen renaissancestad de moeite waard, hier vind je namelijk tal van prachtige panden uit de zestiende eeuw en een fraaie kerk. Uniek is ook de voormalige markthal die momenteel gerestaureerd wordt, l’îlot de la halle. Dit rechthoekige mini-wijkje met huizen heeft een binnenplaats waar vroeger de markten werden gehouden. Op enkele plekken zijn de oude arcades nog te zien. Nog niet eerder hebben we in Frankrijk zo’n soort markt gezien. De nabijgelegen Rue des Ducs was vroeger de hoofdweg, met aan weerszijden tal van bijzondere gevels uit de zestiende, zeventiende en achttiende eeuw. 

Kerken

De oude stad is, zeker in de periode dat wij er zijn – november -, haast uitgestorven. Voor wat meer reuring moet je in het lagergelegen stadsdeel zijn. Hier vind je tal van leuke winkeltjes en restaurantjes. Op de brug over de Ornain, de Pont Notre-Dame, staat een klein kapelletje, het enige overblijfsel van de bebouwing die ooit op deze brug stond. In de achttiende eeuw werden de huizen en winkeltjes op de brug helaas verwijderd. In 1944 werd deze brug opgeblazen door terugtrekkende Duitsers, waarbij het standbeeld in het kapelletje op haast miraculeuze wijze gespaard bleef. De stad heeft verder diverse kerken die de moeite van een bezoek waard zijn. De oudste is de Église Notre-Dame in de benedenstad, uit de elfde tot veertiende eeuw. De mooiste is de collégiale Saint-Étienne in de bovenstad, met prachtige gevels in de flamboyante gotiek met renaissance-kenmerken. Het timpaan boven de ingang stelt het laatste oordeel voor. Binnen kun je bijzondere glas-in-loodramen uit de negentiende eeuw en beeldhouwwerk uit de zestiende eeuw bewonderen. Maar helaas, alleen in het hoogseizoen, want als wij er zijn hangt er een bordje dat het gebouw gesloten is. Gelukkig geldt dat niet voor de kerk in de benedenstad.

Gratis ebook over Frankrijk

ABONNEER OP DE NIEUWSBRIEF MET FRANKRIJKTIPS EN ONTVANG EEN GRATIS EBOOK

Geef je reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Misschien vind je dit ook interessant