De Vogezen, een middelgebergte in het noordoosten van Frankrijk. Een prachtig gebied om op ontdekkingstocht te gaan, of het nu voor een of twee weken vakantie is, of op doorreis naar andere mooie delen van het land. In het verleden heb ik er wel eens een herfstvakantie doorgebracht en ook onderweg naar andere gebieden ben ik er regelmatig doorheen gereisd. Als er een ding is dat je niet mag missen aan dit weidse natuurgebied, dan is het wel de Route des Crêtes, een autoroute die je in zo’n negentig kilometer langs de mooiste en hoogste plekken van de Vogezen leidt.
Zelf de Route des Crêtes verkennen? Misschien heb je wat aan deze tips!
Op zoek naar een GPS-bestand van deze route? In ons boek Frankrijk Puur Roadtrips vind je deze en nog 49 andere reisroutes in Frankrijk, inclusief downloadbare GPX-bestanden.
Hoewel de Vogezen een gebied is dat ik graag nog eens voor wat langere tijd zou willen verkennen, ben ik er nu slechts op doorreis naar een andere leuke bestemming, de Ardèche. Omdat we geen haast hebben is er echter voldoende tijd om optimaal te genieten van het Franse platteland en de herfstkleuren, en dus vooral de binnenwegen te pakken. Die hebben me gisteren diep de Vogezen in geleid, naar een kampeerplekje bij PtitMonde, een B&B en minicamping van Nederlanders Nathalie en Peterjan, op een steenworp afstand van de befaamde Route des Crêtes. En die route staat vanmorgen op het programma.
Herfst
Officieel begint de toeristische route bij Sainte-Marie-aux-Mines, maar voor het mooiste stuk kun je de eerste twintig kilometer ook best overslaan, zo verzekert Peterjan ons. En dus zetten we in onze Citroën C4 Cactus koers richting Le Bonhomme, waar we de Route des Crêtes bij de Col du Bonhomme oprijden. Na ruim tien kilometer arriveren we bij een van de eerste mooie uitzichtspunten, het Gazon du Faing. Vanaf de parkeerplaats is het een paar honderd meter lopen naar de kliffen aan de rand van het plateau dat uitkijkt over de laagvlakte van de Rijn en de Elzas. We boffen met het weer, een stralend herfstzonnetje zet alles in een gouden gloed. Tinten rood van de uitgebloeide bosbesstruikjes mengen zich met het gelige gras, de groene dennenbomen, de grijze rotsen en het blauwige zilver van de horizon, waar de hoogste toppen van de Zwitserse Alpen, met bijvoorbeeld de Jungfrau, te onderscheiden zijn.
Vervolgens: op naar de Hohneck, de op twee na hoogste top van de Vogezen. Daarbij kom je langs de Col de la Schlucht. Duitse namen in dit bijzondere stukje Frankrijk, die getuigen van de gedeelde geschiedenis van dit gebied, het touwtje trekken tussen Duitsland en Frankrijk om het bezit van de Vogezen, dat rijk aan onder andere steenkool is. In de Eerste Wereldoorlog lag het front lange tijd hier, en de Route des Crêtes is de weg die de geallieerden destijds bouwden om de troepen te bevoorraden. Maar waar vroeger de militairen in hun jeeps en vrachtwagens rondreden, zijn het nu de vakantiegangers en dagjesmensen. En de eens zo zwaarbevochten hellingen zijn nu het decor van uitgestrekte dennenbossen, afgewisseld met de pistes van enkele kleine skigebiedjes.
Hoogste punt
Vanaf de Hohneck, waar je met de auto even van de Route des Crêtes af kunt om naar het hoogste punt te rijden, gaat het verder richting Le Markstein, een klein wintersportoord met even zo fraaie uitzichtspunten richting de Elzas en de Zwitserse Alpen. Niet veel verderop ligt het hoogste punt van de Vogezen, de Grand Ballon. De laatste gelegenheid op de Route des Crêtes om van het uitzicht te genieten, voordat je weer afdaalt naar lagere streken. Een beetje toeristisch, maar een prima plek om nog even de tijd te nemen voor een hapje of drankje met alpenzicht.
Meer weten over de Route des Crêtes en wandelingen die je er kunt maken? Kijk dan ook eens op Bergwandelroutes.nl. Ga je de Route des Crêtes rijden? Trek daar dan in elk geval een dagdeel voor uit, en doe het het liefst in het voor of naseizoen. De weg is dan rustiger, de toeristen zijn grotendeels weg, en bij helder weer is de nevel aan de horizon meestal een stuk minder dan in de zomer.