Côte Vermeille
OccitaniePyrénées-Orientales

Rondrit: ontdek de Côte Vermeille

Het kleine broertje van de Côte d’Azur vind je in de Pyreneeën. Wat minder massaal en daardoor authentieker, inclusief schitterende uitzichten over het rotsachtige kustgebied en enkele leuke dorpjes. De Côte Vermeille loopt van Argelès naar de Spaanse grens bij Cerbère en leent zich goed voor een mooie rondrit.

Streektips

Na ons bezoek aan Perpignan nemen we een hele dag de tijd om de bijzondere kusten de zuidoostkant van de stad te bezoeken. De Côte Vermeille heeft twee gezichten. Aan de ene kant is er de vrij drukke en populaire kuststrook, met achtereenvolgens de dorpen Collioure, Port-Vendres, Banyuls-sur-Mer en Cerbère, (toevallig ook in aflopende mate van pittoreskheid). Aan de andere kant is er het uitgestrekte, heuvelachtige achterland met bossen in het noordwesten en wijngaarden in het zuiden, en een paar gehuchtjes.

Dwars door dat achterland loopt de D86 en die weg slaan we dan ook in om onze rondrit door de streek te beginnen. Al snel kronkelt de weg omhoog en krijgen we steeds meer zicht op de omgeving. Hoe hoger je komt, hoe weidser het uitzicht op de kust en het achterland.

Vin doux

Een populaire eerste stopplek is bij de oriëntatietafel van Hauts de Port-Vendres. Hier heb je aan de kant van de weg een uitzichtspunt, met achter je de ruïnes van wat waarschijnlijk ooit een restaurant of hotel was. En verder gaan we weer, langs de Tour Madeloc. Dit bekende uitzichtpunt kan enkel wandelend bereikt worden en laten we daarom even voor wat het is. We rijden verder naar het zuiden tot je langzamerhand weer afdaalt richting de kust, bij Banyuls. Je rijdt hier pal langs de wijngaarden van de bekende gelijknamige zoete wijn, de vin doux naturel.

Omdat we nu toch in de streek zijn, besluiten we in Banyuls verder naar het zuiden te rijden, helemaal naar de Spaanse grens. Hier vind je bij de Coll dels Belitres een herdenkingsplek voor Spaanse vluchtelingen ten tijde van de dictatuur van Franco. Vervolgens rijden we weer noordwaarts, waarbij je continue de mooiste kliffen en baaien ziet. Het is er allemaal wel vrij bebouwd, maar bij Cap Rederis ontdekken we een vrij ongerept stuk natuur. Je zit hier dan ook midden in het Réserve naturelle nationale de Cerbère-Banyuls. We lopen een stukje de Rederis-kaap op en vinden een mooi plekje in de zon om even van de omgeving te genieten. Onder ons slaan de golven rustig op de rotsen, ver weg is ineens de drukte van de kustdorpen.

Na deze onderbreking zetten we via Banyuls en Port-Vendres koers naar Collioure, verreweg het meest schilderachtige en bekende plaatsje van de Côte Vermeille. Dat merk je ook aan de drukte, hoewel het nog niet hoogzomer is staan de parkeerplaatsen redelijk vol. We nemen na het verkennen van de nauwe straatjes van Collioure ook nog even de kans waar om in de zee te duiken, met uitzicht op de gezellige kades en het kasteel van Collioure.

Extra tip: Elne

Als we vanuit Perpignan op weg zijn naar ons beginpunt van deze rondrit door de Côte Vermeille, passeren we het dorp Elne waarvan we gelezen had dat hier een bijzonder klooster staat. Het is de moeite waard om hier even een stop te maken en het klooster te bezoeken. Je kunt hier ook naar boven op een torentje klimmen voor een mooi uitzicht over de kloostergangen en de omgeving.

Gratis ebook over Frankrijk

ABONNEER OP DE NIEUWSBRIEF MET FRANKRIJKTIPS EN ONTVANG EEN GRATIS EBOOK

Geef je reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Misschien vind je dit ook interessant