Misschien denk je bij de Ardennen vooral aan België. Maar de zuidelijke uitloper van de Ardennenstreek, in Frankrijk, vind ik minstens zo mooi en zit vol met leuke plekjes. Wandelen in de uitgestrekte bossen, varen over de traag stromende rivieren, buitensporten, je onderdompelen in de cultuur en geschiedenis van dorpjes en steden, zomaar een greep uit wat je er zoal kunt doen. Ik maakte een driedaagse roadtrip met de auto en laat je in deze blog de hoogtepunten en mijn route zien. De komende tijd lees je op Frankrijk Puur nog meer blogs met mijn tips voor de Franse Ardennen.
Ook op vakantie naar de Franse Ardennen? Misschien heb je wat aan deze tips!
Langs de Maas
De Ardennen, het beeld wat ik ervan in mijn hoofd heb klopt perfect, zo ontdek ik al snel. Donkergroene bossen, donkergrijze natuurstenen huizen, rustige rivieren met hier en daar een stroomversnelling, en vandaag gelukkig ook een lekker stralend voorjaarszonnetje, dat alles in een heldere en vrolijke gloed zet. Direct wanneer ik vanaf Dinant in België de Franse grens oversteek, beland ik midden in wat ik de rest van deze roadtrip nog veel vaker zal zien. De Maas die zich al meanderend een weg baant door het landschap, een eeuwenoud stadje, en daarboven een enorme citadel. Vandaag de dag kun je zomaar de grens passeren, ongemerkt, met amper een bordje langs de kant van de weg. Vroeger was dit echter een zwaar bevochten én verdedigd stuk land, met in zowat elke eeuw een periode dat deze verdedigingswerken flink op de proef gesteld werden. Tot aan de Tweede Wereldoorlog speelden de oude forten in de streek een rol van betekenis.
Vireux
In alle rust kijk ik mijn ogen uit, op zoek naar een mooie blik op de Maas, een leuk dorpje, oude kastelen en kerken. Mijn eerste stop op deze roadtrip is een toevallige ontdekking. Misschien wel het leukste van door Frankrijk met de auto rijden, is dat je in vrijwel elk dorpje of stadje wel bordjes tegenkomt met historische bezienswaardigheden. Zo ook bij Vireux-Mohain aan de Maas, waar ik plots een bord met ‘Camp Romain’ voorbij zie schieten. Als liefhebber van de Romeinse geschiedenis kan ik dat niet aan me voorbij laten gaan, en nieuwsgierig sla ik dan ook rechtsaf.
Een weggetje voert me naar boven op de helling aan de oever van de Maas. Bij een stel wandelbordjes parkeer ik de auto, en ik maak een kort uitstapje. Na een minuut of vijf wandelen kom ik bij enkele informatieborden over het Romeinse kamp dat hier bijna twee millennia geleden gebouwd werd. Vandaag de dag kun je er de fundamenten van de muren en gebouwen bewonderen. Je staat bovenop de Mont-Vireux en ziet al snel waarom dit zo’n strategisch punt was. Vanaf de heuveltop heb je een mooi uitzicht over de Maasvallei. Bij de Romeinse vestingwerken zijn enkele houten plateaus gebouwd zodat je volop van de omgeving kunt genieten.
Rocroi
Al snel moet ik echter verder, want in Rocroi staat me een stadswandeling te wachten. Houd je van oude vestingstadjes als Brielle, Willemstad en Nieuwpoort, dan ga je je hier ook vermaken. Je kunt een rondje doen over de vier kilometer lange stadswallen, en passeert allerlei oude militaire gebouwen, zoals kazernes, opslagplaatsen voor buskruit, wapenarsenalen en zelfs een gevangenis. Op de vestingwallen kun je in oude bastions kijken en er zijn enkele tunnels waar je doorheen kunt lopen, net zoals de soldaten vroeger deden. Ik kom door mijn gids alles te weten over de bijzonderheden van dit leuke stadje, en plof aan het eind nog even neer op het levendige plein in het midden van Rocroi, voor een lekker streekbiertje. Aan het eind van de middag is het tijd om richting mijn hotel in Charleville-Mézières te gaan.
Charleville-Mézières
Dat deze regio vaak het middelpunt van het strijdtoneel was, betekent ook dat je hier weinig steden of dorpen tegenkomt waar nog een uitgebreid en perfect geconserveerd middeleeuws centrum aanwezig is, zoals elders in Frankrijk. Dat geldt ook voor de hoofdstad van het departement Ardennes, Charleville-Mézières. Deze stad bestaat uit twee delen die in de twintigste eeuw werden samengevoegd. Charleville is het nieuwste, deze stad werd in 1606 vanaf de grond opgebouwd door Charles de Gonzague, nadat Mézières grotendeels verwoest was. Vandaar ook de naam, Charleville. De nieuwe stad, die inmiddels dus toch ook al vierhonderd jaar oud is, werd gebouwd rondom een centraal plein, en kreeg een kaarsrecht stratenplan. Het hele gebied ten zuiden van de Place Ducale is voetgangersgebied, leuk om hier langs de winkeltjes en over de straatjes te dwalen.
Mouzon
Vanaf Charleville-Mézières zet ik koers naar het dorpje Mouzon, schuin onder Sedan. Ik rijd hierlangs omdat ik gelezen heb dat zich hier de enige gotische kerk van deze streek bevindt. De Abbatiale Notre-Dame de Mouzon, uit de twaalfde eeuw, is zo groot als een kathedraal en is vooral vanbinnen een bezienswaardigheid. Vanbuiten oogt het gebouw nogal somber en benauwend, vanbinnen laat ik me dan ook juist verrassen door de lichtheid en de ruimte van de architectuur. De kloostergebouwen die bij de abdijkerk horen doen tegenwoordig dienst als bejaardentehuis. Verder is Mouzon ook een leuk dorp om even doorheen te lopen, vol met sfeervolle huisjes. Je vindt er bovendien een oude poort en een museum dat is gewijd aan de productie van vilt.
Sedan
Halverwege de middag arriveer ik in de stad Sedan, dichtbij de grens met België. Deze stad aan de Maas heeft een grote publiekstrekker: het Château-fort, het grootste van Europa. Ik loop met een Nederlandstalige audiogids door het kasteel heen en verbaas me over hoe het er hier vroeger aan toe ging, en hoe het kasteel in de loop der tijd is uitgebreid. Omdat het gaandeweg zo groot en omvangrijk werd, is het eigenlijk nooit echt serieus aangevallen of belegerd, tot aan de tijd van Napoleon toe. Door de rondleiding en de exposities krijg je een heel leuk beeld van het soldatenleven, de bewoners van het kasteel en de rol die het in de eeuwen gespeeld heeft. En het kasteel heeft nog een bijzonderheid: ‘s avonds breng ik de nacht door in het hotel dat in het kasteel gevestigd is, en eet ik in het bijbehorende restaurant. Een bijzonder verblijf in een historische omgeving!
Vallée de la Semois
De laatste dag van mijn roadtrip duik ik diep de mysterieuze natuur van de Ardennen in. Ik rijd via een stukje België naar het dorp Les-Hautes-Rivières. Hier stroomt de rivier de Semois het land binnen. Het dal waar deze rivier doorheen voert is een bijzonder schilderachtig, slingerend dal, met prachtige natuur en enkele leuke dorpjes. Net als ik de grens over ben, rijd ik plotseling enkele mistflarden in. Dat gebeurt hier vaker, terwijl het elders overal zonnig en stralend is, blijft het in het vochtige dal tot ver in de ochtend bewolkt. Dat is misschien wat jammer voor het uitzicht, maar het geeft een geheimzinnige sfeer.
Langs de Semois rijd ik verder, tot ik in Thilay kom. Hier pak ik de D131 naar boven, de heuvels in. Bovenop neem ik een zijweggetje richting Haulmé, en ik stop bij de kruising met de weg tussen Levrézy en Haulmé. Hier begint een wandelpad dat je in een kwartiertje naar een punt brengt vanwaar je uitkijkt over het dal van de Semois, het point de vue du Liry. Als ik daar aankom, kijk ik uit over een zee van wolken die zich in het dal genesteld hebben. Helaas, denk ik, geen uitzicht vandaag. Of toch wel? Na een kwartiertje lossen de wolken ineens op, de zon schijnt krachtiger, en dan zie ik de bodem van het dal zo’n tweehonderd meter onder me.
Monthermé
Die ochtend staat er nog een wandeling op het programma. En wel bij Monthermé, waar de Semois zich bij de Maas voegt. Ik loop in een kleine twee uur het rondje naar de roche à sept heures, vernoemd naar een bijzondere rots die je overal vanuit Monthermé ziet liggen. Vanaf dit hooggelegen punt heb je een uitzicht op de zogenaamde boucle de la Meuse, een bocht in de rivier de Maas, een van de mooiste uitzichten in de Ardennen.
Hargnies
Als afsluiter van mijn rondrit door de Ardennen vervolg ik vanuit Monthermé mijn weg naar het noorden, waarbij ik door het dorpje Hargnies kom. Hier is het hoofdkantoor van het natuurpark van de Franse Ardennen gevestigd, en dat is niet voor niets. Het dorp is een rustige oase in een uitgestrekt bosgebied, en behoort tot een van de gemeentes met procentueel gezien het meeste bos op het grondgebied in Frankrijk. Het dorp zelf valt op door de schilderachtige huizen die zowat allemaal van dezelfde grijze natuursteen gemaakt zijn.
Na een korte wandeling door dit dorp zet ik de navigatie weer aan: binnen drie en een half uur parkeer ik de auto weer voor mijn huis. Een mooie eerste kennismaking met de Franse Ardennen, ik kom graag nog eens terug!
Bekijk voor meer informatie over de Franse Ardennen de officiële site van de streek.