P

Parijs: Sporen van de Romeinse tijd

Romeinse sporen in Parijs

Als je mijn blog volgt, dan weet je misschien dat ik een zwak heb voor overblijfselen uit de Romeinse tijd. Dat je daarvoor niet per se naar Zuid-Franse steden als Orange, Avignon en Nîmes en omgeving hoeft, wist ik al wel. Maar ik had niet verwacht zelfs in Parijs nog zoveel van de Oudheid terug te vinden. In deze blog neem ik je mee op ontdekkingsreis naar deze onbekende kant van Parijs. Daarvoor duiken we letterlijk diep onder de hoogtepunten van de moderne stad, om te zien wat de stenen in de grond ons over het verleden van de hoofdstad te vertellen hebben. 

Streektips

Zelf op stedentrip naar Parijs? Misschien heb je dan wat aan deze tips!

Voor de wortels van het huidige Parijs moeten we bijna vijfentwintighonderd jaar terug in de tijd. Zo rond 300 voor Christus vestigden de Parisii zich in dit gebied, en bouwden ze er hun hoofdstad. Deze Keltische stam beheerste op deze manier de handelsstromen over de rivier en verdiende daar behoorlijk aan. Toen de Romeinen in het jaar 52 voor Christus Gallië veroverden, was er hier dan ook al een flinke nederzetting. Caesar noemde de naam van de stad in zijn Commentarii de bello Gallico. Lutetia, zoals de stad toen heette, komt waarschijnlijk van het Indo-Europese woord voor modder. Ook nu nog kun je dat ‘modderachtige’ terugvinden in de naam van de wijk Le Marais, het moeras. De precieze ligging van de voorloper van Parijs is overigens niet helemaal bekend. Het kan gaan om de plek op en rond het Île de la Cité, maar het kan ook gaan om Nanterre, wat meer westelijk van het centrum van Parijs ligt. In dat geval zou de Romeinse stad van de grond af aan opgebouwd zijn op een nieuwe plek iets ten oosten van de oorspronkelijke stad.

Onder het Romeinse gezag groeide Lutetia in elk geval uit, naar vermoedelijk zo’n 8.000 inwoners. Er kwamen verdedigingsmuren en er verrezen typische Romeinse bouwwerken. Ook het stratenplan werd op Romeinse wijze ingericht, met de twee typische hoofdstraten, de Cardo maximus van noord naar zuid en de Decumanus maximus van oost naar west. De Cardo maximus vind je vandaag nog steeds terug in het stratenplan van Parijs: de Rue Saint-Jacques ligt precies over het zuidelijke deel van deze Romeinse weg en de Rue de la Cité volgt het traject noordwaarts over het eiland. Onder de Boulevard Saint-Michel lag de tweede belangrijke noord-zuidstraat. De Decumanus, van oost naar west, is iets minder goed te herkennen, deze ligt ter hoogte van de Rue Soufflot.

Aan weerszijden van de twee Romeinse hoofdwegen vond je onder andere huizen en winkels, en eveneens een forum en waarschijnlijk een drietal verschillende badhuizen. Omdat drie badhuizen wel erg veel lijkt voor dat aantal inwoners, vermoeden historici nu dat het toenmalige Parijs ook veel mensen van buiten de stad trok, bijvoorbeeld handelaren en zeelui, en ook de landheren en hun arbeiders vanuit de omliggende Romeinse villa’s. Het Île de la Cité, waar nu de Notre-Dame staat, was eveneens in de Romeinse tijd al bewoond, en vormde het centrum van de handel over de rivier.

Romeinse Sporen in Parijs
Crypte Archéologique voor de Notre-Dame

Crypte archéologique

En juist op dat eiland vind ik de eerste overblijfselen uit de Romeinse tijd terug, tijdens mijn bezoek aan Parijs. Na het bezichtigen van de Notre-Dame lopen we over het plein voor de kerk en passeren we een bord met ‘crypte archéologique’. Via een trap naar beneden duik ik onder het straatoppervlak en kom ik bij de ingang van deze archeologische vindplaats. Een soort Dom Under zoals in Utrecht, om je een idee te geven wat je kunt verwachten. Van 1965 tot 1972 werden hier opgravingen gedaan, ter gelegenheid van de bouw van een parkeergarage op het Île de la Cité. Niet veel later, in 1980 werd de crypte geopend, om bezoekers te laten zien wat er onder het oppervlakte van Parijs allemaal verborgen ligt. En dat levert een prachtig inkijkje in de geschiedenis op.

De oudste delen die je hier kunt bewonderen zijn onder andere stukken van de oude verdedigingsmuur van het Romeinse Lutetia, een stuk van de Gallo-Romeinse kade aan de Seine en delen van een van de drie badhuizen van de Romeinen. Je loopt langs en over de stenen die van alles over het verleden van Parijs te vertellen hebben. 

Ook zie je hoe het Île de la Cité zich in de tijd na de Romeinen verder heeft ontwikkeld. Er zijn maquettes en filmpjes die je een idee geven van het eiland in de verschillende periodes in de geschiedenis, en naast de Romeinse sporen vind je er ook overblijfselen van de fundamenten van middeleeuwse gebouwen, zoals de huizen aan de rue Neuve-Notre-Dame die vroeger op de plek van het plein voor de kathedraal lag.

Thermes de Cluny

De volgende dag sta ik rond een uur of tien op de stoep van het Musée de Cluny. Dit museum over de middeleeuwen is deels gevestigd in een dertiende eeuws stadspaleis, het Hôtel de Cluny. Dit jaar, in 2018 en 2019, wordt het ingrijpend verbouwd, waardoor het middeleeuwse gedeelte tijdelijk gesloten is. Maar ik kwam dan ook vooral voor het andere deel waar het museum in gevestigd is: de overblijfselen van een Romeins badhuis. Het gaat om de grootste Romeinse ruïnes die nog grotendeels overeind staan van Noord-Europa. In het toenmalige frigidarium, de koude zaal van het badhuis, is nu een tentoonstellingsruimte.

Romeinse Sporen in Parijs

Rondleiding
En helemaal leuk: op zaterdag en zondag is er twee keer per dag een (Franstalige) rondleiding waarbij je ook in de normaal ontoegankelijke gedeeltes van het Romeinse badhuis kunt kijken. Kaartjes hiervoor kun je alleen ter plekke op de dag zelf kopen, dus als je zeker wilt zijn van een plekje kun je in het hoogseizoen het beste zo vroeg mogelijk komen. Mijn rondleiding begon om 11 uur, en met een groep van zo’n 15 man en vrouw kreeg ik een interessant inkijkje in de geschiedenis van deze bijzondere plek. De rondleiding begint in het oude frigidarium, waarbij je onder meer uitleg krijgt over hoe het er vroeger ongeveer uit moet hebben gezien. De nu kale stenen muren waren ooit bedekt met pleisterwerk en daaroverheen weer verf. Niet zo lang geleden werden in een hoek van deze zaal sporen van blauwe verf aangetroffen. Met die aanwijzing kregen archeologen weer een iets beter beeld van het interieur van het badhuis. Eerder had men al ontdekt dat er ook een laag zwembad in de koude zaal was, aan de noordkant.

Vervolgens geeft de gids uitleg bij vier stenen blokken die in een hoek van de zaal liggen opgesteld: de onderdelen van een oude Romeinse stenen paal met daarop een bijzondere inscriptie. Deze werd enkele eeuwen geleden onder de Notre Dame teruggevonden, en was opgericht door de zeelui van het Romeinse Lutetia, ter ere van een tempel voor Jupiter. Het gaat hierbij om de oudste schriftelijke datering van Romeinse stenen in Frankrijk, want er staat ook een jaartal op vermeld. Waarom liggen die blokken hier in het badhuis, terwijl ze een stuk verderop gevonden zijn? Simpelweg omdat nu gedacht wordt dat deze zeelui ook betrokken waren bij de bouw van dit badhuis. In de vier hoeken van de koude zaal, helemaal bovenin, vind je stenen in de vorm van voorstevens van boten, zo wijst de gids ons aan.

Tenslotte gaan we aan de linkerkant van de zaal naar beneden, waarbij we door een ruimte komen die vroeger afgesloten was, waarschijnlijk met grote marmeren platen. Hier waren in de Romeinse tijd vermoedelijk een soort douches, om je af te spoelen en om de warme ruimte te scheiden van de koude zaal. Dat hier vroeger een warme ruimte was, is nog te zien aan de stookruimte, die nu buiten het gebouw ligt. De gids neemt ons nu mee in een gewelfde gang, waar eens het water van het badhuis werd afgevoerd richting het riool en vervolgens naar de Seine. We lopen enkele gangetjes door en komen uiteindelijk in nog een bijzondere ruimte. Ooit werd hiervan gedacht dat dit het kantoor van de directeur van het badhuis was, omdat op een van de muren nog een flink stuk pleisterwerk inclusief verf werd aangetroffen. Maar inmiddels weet men dat waarschijnlijk de hele onderkant van het gebouw, ook de vertrekken en gangen voor de arbeiders en medewerkers, helemaal bedekt waren met pleisterwerk en verf. Dit om zowel esthetische als praktische redenen, de verf beschermde de stenen tegen het alomtegenwoordige vocht.

Romeinse Sporen in Parijs

Arènes de Lutèce

Net als veel andere steden in de Romeinse tijd, had Lutetia ook een amfitheater. Eeuwenlang was de exacte plek hiervan uit het collectieve geheugen verdwenen, maar in de negentiende eeuw kwam men de fundamenten op het spoor tijdens de aanleg van een tramremise. Na de verovering van Parijs door barbaarse stammen, en de val van het Romeinse Rijk, raakte de arena in verval. Delen ervan werden gebruikt om het Île de la Cité te versterken en voor de fundamenten van gebouwen. Leuk is dat dit ook uitgelicht wordt in de Crypte Archéologique, op sommige stenen zijn nog inscripties te vinden waaruit blijkt dat deze stenen eerst ergens anders lagen en hergebruikt zijn.

Het amfitheater bood plaats aan zo’n 17.000 toeschouwers, en had een bijzondere vorm voor een amfitheater. De tribunes stonden niet helemaal rond het bouwwerk, zoals bijvoorbeeld bij het Colosseum of het amfitheater van Nîmes, maar er was aan een van de zijdes een groot podium. Op die manier kon het gebouw zowel voor gladiatorgevechten gebruikt worden als voor voorstellingen van theaterstukken. 

Mede door de inspanning van schrijver Victor Hugo werden de overblijfselen van de arena in de negentiende eeuw veilig gesteld. Delen ervan werden gerestaureerd, en het terrein werd omgebouwd tot een soort stadspark. Hoewel de tribunes zoals ze er nu bij staan gereconstrueerd zijn, krijg je toch een mooi beeld van hoe het vroegere amfitheater er uit moet hebben gezien. Een deel van de fundering van het podium is nog goed te zien, met zelfs enkele openingen waar de dieren de arenavloer op kwamen.

De Romeinse arena van Parijs is vanaf het Musée de Cluny prima te voet te bereiken. Leuk om te combineren dus. Ik liep er in ongeveer tien minuten naar toe, met onderweg een heerlijke lunch in Bistro du Marché, tegenover Place Monge.

Romeinse Sporen in Parijs
Romeinse Sporen in Parijs

Meer Romeinse sporen

Op de hierboven genoemde plekken is de Romeinse geschiedenis van Parijs het meest tastbaar. Toch zijn er nog enkele andere plekken waar iets van de oudheid terug te vinden is. Bijvoorbeeld in de muur van een parkeergarage aan de Boulevard Saint-Michel, waar een stukje muur van het oude Romeinse forum te zien is. En het stadsmuseum Carnavalet heeft een uitgebreide collectie met archeologische vondsten uit de Romeinse tijd. Helaas is dit museum tot eind 2019 gesloten, dus daar zal ik nog een keer voor terug moeten. Daarnaast wordt er in Parijs nog steeds volop gebouwd en verbouwd, dus de kans is groot dat er in de toekomst meer sporen van de Romeinse tijd boven de grond komen. 

Locatie

Bekijk al onze tips op een handige overzichtskaart!

Martijn

Bonjour! Ik ben Martijn, oprichter van Frankrijk Puur. Van jongs af aan kom ik graag in Frankrijk. Door mijn studie Franse Taal & Cultuur ben ik nog meer van het land en de Franse gewoontes gaan houden. Op Frankrijk Puur beschrijf ik onze ervaringen in Frankrijk en geef ik je tips voor leuke plekken.

Vragen, opmerkingen, tips? Neem contact op via martijn@frankrijkpuur.nl!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *