Île-de-FranceParijs

Reizen door Frankrijk en Parijs, driehonderd jaar geleden

Wat is het toch dat Frankrijk ieder jaar weer zoveel mensen weet te trekken? Tegenwoordig waarschijnlijk vooral de combinatie van prachtige natuur, leuke dorpjes en (meestal) heerlijk weer. Maar reizen naar Frankrijk is niet iets van de laatste decennia. Al honderden jaren geleden trokken reizigers naar Frankrijk. Onlangs kwam ik twee reisgidsen op het spoor van bijna driehonderd jaar geleden. Reizen door Frankrijk, lang voordat Michelin, Lonely Planet of de ANWB bestonden.

Wie mij wat beter kent weet het: naast Frankrijk heb ik ook een bijzondere interesse in oude boeken. Na mijn bacheloropleiding Franse Taal en Cultuur volgde ik de master Book & Digital Media Studies in Leiden, waar ook het onderdeel boekgeschiedenis veel aan bod kwam. Toen ik onlangs op veilingsite Catawiki een tweetal werken over Frankrijk tegenkwam aarzelde ik dan ook niet om er op te bieden.

Grand tour
Aan het begin van de achttiende eeuw was Frankrijk het belangrijkste land van Europa geworden, qua economie en bevolkingsgrootte, maar ook op het vlak van cultuur en wetenschap. Na de herroeping van het Edict van Nantes in 1685 was de katholieke kerk de enige toegestane kerk, en vluchtten de protestanten massaal naar andere landen. Die situatie zorgde voor relatieve rust: waar er een eeuw eerder nog fel gevochten werd om de godsdienst, heerste er nu vooral kalmte.

De achttiende eeuw was bovendien de eeuw van de Verlichting, een tijd waarin men meer open ging staan voor andere culturen en volken. Dat hing samen met de ontdekkingsreizen, waarvan steeds meer verslagen in boekvorm werden uitgegeven. Deze reisverhalen werden populair, en in navolging daarvan ging de rijkere klasse ook zelf meer reizen. Zo kwam onder meer het fenomeen ‘grand tour’ in opkomst, een ontdekkingstocht voor (jonge) rijken om de culturele schatten van Europa te bewonderen. Voor reizigers verschenen handboekjes met de hoogtepunten van een land of stad, voorzien van praktische tips die tijdens het reizen van pas komen. Het vervoer over lange afstanden ging in die tijd voornamelijk door middel van (post)koetsen. Dus kon je in dat soort reisgidsen, naast een beschrijving van de bezienswaardigheden, onder meer ook lezen waar en wanneer de diligences vertrokken, en hoeveel de reis zou kosten.

Frankrijk was een interessante bestemming voor de rijken die iets van de wereld wilden zien. Niet alleen vanwege “het milde klimaat”, de “zuivere, gezonde lucht”, en omdat je er “alles wat je nodig hebt, én de lekkernijen van het leven in overvloed vindt”, zoals de auteur in het boek dat ik als eerste aanschafte het stelt. Maar ook: “De religieuze eenheid, de oorlogszucht van de inwoners, het aantal versterkte plaatsen die het omringen, de uitmuntendheid van wetenschap en kunst, die hier meer bloeien dan ze ooit in Athene of Rome gedaan hebben: uit dat alles blijkt een soort superioriteit onder de Europese staten en dat doet onder vreemdelingen het verlangen groeien er rond te reizen en er kennis van te nemen.” Chauvinistisch zijn de Fransen langer dan vandaag, zoveel blijkt wel uit de inleiding.

Nouveau voyage de France, 1738

Nouveau voyage de France, géographique, historique et curieux, disposé par différentes routes, à l’usage des étrangers et des François, contenant une exacte explication de tout ce qu’il y a de singulier et de rare à voir dans ce royaume, avec les adresses pour trouver facilement les routes, les voitures et autres utilitez nécessaires aux voyageurs. (Vertaling: Nieuwe reis door Frankrijk, geografisch, historisch en opmerkelijk, uiteengezet in verschillende routes, ter gebruik door vreemdelingen en Fransen, bevattende een nauwkeurige verklaring van alles dat uniek en bezienswaardig is in dit koninkrijk, met de adressen waar je gemakkelijk de wegen, de rijtuigen en andere noodzakelijkheden voor reizigers kunt vinden.)

Onder deze titel bracht schrijver en uitgever Claude Marin Saugrain in 1720 een boek uit dat bestemd was voor reizigers. Het was de tijd waarin voor het eerst het toerisme in Frankrijk op gang kwam: buitenlanders kwamen van alle kanten naar Frankrijk om de hoogtepunten te zien, en in de elitaire kringen werd het gebruikelijk om een ‘tour’ door het land te doen. De ‘grand tour’ liep van Parijs door Île de France naar Bourgogne, de streek rondom Lyon, Dauphiné, Provence, Languedoc, Gascogne, Guyenne, Charente, Bretagne, Normandie en Picardië om vervolgens weer in Parijs uit te komen. Wilde men een ‘petit tour’ door Frankrijk ondernemen, dan bezocht men achtereenvolgens Orléans, Blois, Tours, Saumur, Angers, Nantes, Rennes, La Rochelle, Saintes, Bordeaux, Angoulème, Périgueux, Limoges en Poitiers.

Gravures
Saugrain was niet de enige die in die tijd zo’n reisgids uitbracht, er waren ook anderen. Maar die waren – zoals Saugrain zelf schrijft in zijn voorwoord – te omvangrijk (een reiziger gaat toch niet met meerdere volumes op pad!). Ook hoopte de uitgever zich te onderscheiden door de routes te beschrijven vanaf de buitengrenzen naar Parijs toe, en niet andersom. Op die manier was deze reisgids uiterst geschikt voor reizigers die uit Nederland, Engeland, Duitsland, Italië of Spanje kwamen. Naast de beschrijvingen van de routes, voegde Saugrain ook een elftal gravures toe van bezienswaardigheden, en een uitgebreide routekaart van Frankrijk met daarop de routes die de postkoetsen namen in die tijd.

Als achttiende-eeuwse reiziger werd je door Saugrain voorzien van heldere beschrijvingen van alle steden en dorpen waar je langs zou komen als je door Frankrijk reisde. Hij vertelt onder andere alles over de bezienswaardigheden, zoals kerken, kerkschatten, abdijen, pleinen, militaire verdedigingswerken, tuinen en parken, interessante gebouwen, maar ook de plekken waar je lokale producten kunt aanschaffen en de belangrijkste culinaire specialiteiten. En hoewel de natuur in die tijd vooral nog als onherbergzaam en zelfs gevaarlijk wordt beschouwd, noemt de auteur ook de hoogtepunten daarvan die je onderweg tegenkomt, zoals de Mont Aiguille in de Vercors, een van de zeven wonders van de Dauphiné.

Les Curiositez de Paris, 1742/1753

Les Curiositez de Paris, de Versailles, de Marly, de Vincennes, de Saint Cloud, et des environs : avec les antiquités justes et précises sur chaque sujet, et les adresses pour trouver facilement tout ce qu’ils renferment d’agréable et d’utile. (Vertaling: De bezienswaardigheden van Parijs, van Versailles, Marly, Vincennes, Saint-Cloud, en de omgeving: met de juiste en nauwkeurige geschiedenis van elk onderwerp, en de adressen om eenvoudig alles wat aangenaam en nuttig is te vinden.)

Een paar jaar voor zijn reisgids over Frankrijk, bracht Saugrain ook een gids voor Parijs uit. Dit werk geeft een gedetailleerd beeld van hoe Parijs er uit zag voor de grote verbouwingen door Haussman en Napoleon III. Het boek, in twee delen, voert je mee door de twintig wijken van Parijs. Een week nadat ik de reisgids over heel Frankrijk kocht via Catawiki, verscheen ook dit werk op de veilingsite. Je begrijpt, ik kon me niet inhouden…

“Je kunt met recht zeggen dat de stad Parijs vandaag een van de beroemdste en meest bloeiende steden van de wereld is. Haar grootsheid is wonderbaarlijk, het aantal kerken en kerkelijke gebouwen is verrassend. De pracht van de paleizen, de bruggen, de pleinen, de tuinen, de lanen en straten, het gebruik van de fonteinen, het aantal middelbare scholen, scholen voor elk soort kunst en wetenschap, de theaters en andere publieke plaatsen en vooral het bijna oneindige aantal inwoners geven haar de mate van grootsheid en perfectie die om zo te zeggen uniek is in de wereld.”

Montmartre
Deze inleiding zet de toon voor alles wat je vervolgens tegenkomt in het boek. Aan de hand van de twintig wijken van Parijs laat de auteur je alle hoogtepunten zien, vergezeld van dertig gravures van de bekendste bouwwerken. Voor de belangrijkste musea, kerken en galerieën staat vermeld welke kunstwerken je er kunt bewonderen. Maar naast de wat ‘hogere’ kunst en cultuur is er in de gids ook aandacht voor de volksere kanten van Parijs. In Montmartre moet de reiziger bijvoorbeeld absoluut even gaan kijken bij de vele molens die de wijk sieren. En je vindt er een grote hoeveelheid ‘cabarets’, waar het volk drinkt en goedkoop vermaak vindt. In driehonderd jaar tijd is er in dit deel van Parijs ook weer niet zo heel veel veranderd, zo zou je kunnen zeggen. Verder bevat deze reisgids bijvoorbeeld beschrijvingen van waar je de diverse markten kunt vinden en andere voor reizigers handige plekken en producten.

Ook een bezoek aan Versailles was een absolute must voor de achttiende-eeuwse reiziger, zo valt te lezen in deze reisgids. Bijzonder was dat een groot deel van het paleis gewoon toegankelijk was voor het publiek, ook terwijl de koning er woonde. Zo neemt Saugrain je in zijn boek mee langs de hoogtepunten van het paleis, dat hij het ‘achtste wereldwonder’ noemt. In de gids staan beschrijvingen van de belangrijkste schilderijen en beeldhouwwerken die er in Versailles te zien waren (en waarvan je de meeste er vandaag nog steeds kunt bewonderen).

Aan het eind van het boek is ook nog een index van alle straatnamen van Parijs opgenomen, evenals een index van de belangrijkste adressen, van bijvoorbeeld galerieën, theaters en winkels.

Over de boeken, de auteur en de gravures

De twee boeken werden vrij populair in de achttiende eeuw, en het boek over Parijs werd zelfs in de negentiende eeuw nog een keer herdrukt. Er resteren echter niet veel puntgave exemplaren inclusief alle gravures, zeker niet van de eerste drukken. Ik heb niet de eerste druk van beide boeken te pakken, maar wel een vroege, en uitgebreidere druk. Ze zijn in relatief goede staat, én alle afbeeldingen zijn nog aanwezig. Dat is best zeldzaam, want van veel eeuwenoude boeken zijn in de loop der tijd de gravures verwijderd om die apart te kunnen verkopen.

De auteur is hoogstwaarschijnlijk de uitgever zelf, Claude Marin Saugrain. In de loop der tijd zijn beide boeken ook geregeld aan architect, graveerder en cartograaf Georges Louis Le Rouge toegekend. Dit omdat als auteur slechts M.L.R. op de titelpagina vermeld staat. Feit is echter dat deze in 1707 geboren is, en te jong zou zijn om beide boeken geschreven te kunnen hebben. Saugrain zelf stamt uit een drukkers- en uitgeversfamilie. Al in de zestiende eeuw waren zijn voorouders actief met de boekdrukkunst, en tot in de negentiende eeuw zouden nazaten zich bezighouden met het uitgeven en drukken van boeken.

De afbeeldingen in het boek zijn zogenaamde kopergravures. Kunstenaars graveerden de afbeeldingen in koperen platen. Deze werden apart van de tekst gedrukt, en er later door boekbinders tussen geplakt. Voor Les Curiositez de Paris maakte Claude Marin Saugrain gebruik van gravures van Israël Silvestre en Adam Perelle. Voor het boek Nouveau voyage de France is de herkomst van de gravures minder duidelijk. De kaart van Frankrijk voorin met de routes van de postkoetsen is van de hand van Nicolas de Fer, geograaf van koning Lodewijk XIV.

  1. Annemarie de Martines zegt:

    Ik ben zeer geïnteresseerd in de reisverslagen uit de 18e eeuw. Dit i.v.m. een historische roman die ik over die tijd aan het schrijven ben. Waar zijn de boeken uit jouw blog eventueel in te zien?

    1. Hoi Annemarie,
      Je vindt digitale exemplaren van beide boeken via Gallica:
      1. https://gallica.bnf.fr/ark:/12148/bpt6k102210p.image
      2. https://gallica.bnf.fr/ark:/12148/bpt6k6582746n.texteImage

Geef je reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Misschien vind je dit ook interessant