Geen stad in Frankrijk die zo nauw verbonden is met de Nederlandse geschiedenis als Orange. Toch zullen weinig mensen aan deze Franse stad denken wanneer de straten oranje kleuren tijdens een EK of feestdag van het Nederlandse koningshuis. Maar er was voor mij nog een reden dan alleen die Nederlandse link om deze stad te bezoeken. Orange bezit namelijk ook een van de opmerkelijkste overblijfselen van het Romeinse Rijk van heel Frankrijk: het oude theater, inclusief unieke, torenhoge achterwand die op de meeste andere plekken inmiddels verdwenen is.

Ook op reis naar Orange? Misschien heb je wat aan deze tips!
Orange is een middelgrote stad in de vallei van de Rhône, aan de iconische route nationale 7, waarlangs in vroeger tijden heel wat vakantiegangers richting het zuiden afzakten. In de oudheid was dit een strategische positie, niet ver van de rivier, op een kruispunt van wegen, in een vruchtbaar landschap. In die tijd noemde men de stad Colonia Julia Secundanorum Arausio en uit de naam Arausio is uiteindelijk Orange voortgekomen. De naam heeft dus taalkundig gezien niets te maken met de kleur oranje.
Oranje-Nassau
Halverwege de middeleeuwen werd Orange een prinsdom en kwam het achtereenvolgens in handen van verschillende adelijke families. In 1544 erfde de toen elfjarige Willem van Nassau (alias Willem de Zwijger) de stad van zijn kinderloos gestorven neef René van Chalon, en kreeg hij dus ook de titel Prins van Oranje. Sindsdien zou zijn familie bekend komen te staan als het Huis van Oranje-Nassau en zo werd oranje dé kleur van Nederland. Naar verluidt heeft Willem de stad echter nooit bezocht, in tegenstelling tot zijn zoon Filips Willem, die zich er liet inhuldigen als Prins van Oranje. Na diens overlijden kwam het prinsdom in bezit van zijn broer Prins Maurits, die grote invloed zou hebben op de ontwikkeling van de stad. Hij was er niet vaak te vinden en liet het dagelijkse bestuur over aan een gouverneur, maar beval wel tot de bouw van moderne vestingwerken. Het jammere hieraan is dat toen een groot deel van de Romeinse overblijfselen uit de stad verdween, want de stenen ervan werden hergebruikt voor de citadel op de heuvel en voor de stadsmuren. Alleen het theater en de triomfboog bleven bewaard, omdat deze opgenomen werden in de verdedigingswerken. Overigens behoorden ook enkele dorpen in de omgeving tot het prinsdom, zoals Gigondas en Suzette.
Als we de auto op het grote parkeerterrein aan de Cours Pourtoules hebben neergezet, trekt het Romeinse theater ons als een magneet aan. Wanneer we de bocht omlopen staan we oog in oog met de enorme façade, de achterkant van de achterwand waar het gebouw zo beroemd om is. Het gaat om de zogenaamde scaenae frons, waar vrijwel ieder Romeins theater ooit van was voorzien. Deze diende ter verbetering van de akoestiek en om het decor en versieringen aan op te hangen. Ook waren er de kleedkamers voor de acteurs. Behalve in Orange is deze achtermuur alleen in Bosra (Syrië) en Aspendos (Turkije) vrijwel volledig bewaard gebleven.
Voor toegangskaartjes moeten we aan de overkant in het kleine Musée d’Art et d’Histoire van Orange zijn, gevestigd in een zeventiende-eeuws herenhuis, gebouwd door de Nederlander Georges Van Cuyl die verantwoordelijk was voor de bewapening van het fort op de heuvel. We maken eerst een tochtje door het museum en leren zo wat meer over de geschiedenis van de stad, met onder meer aandacht voor de prinsen van Oranje-Nassau. Maar ook lokale kunstenaars komen aan bod en in een vleugel van het gebouw kun je Romeinse vondsten bewonderen die in de stad en rondom het theater gedaan zijn. Zo liggen er delen van mozaïeken en, opmerkelijker, stukken van het kadaster van de Romeinse stad. Een unicum, want het gaat om de best bewaarde overblijfselen van een Romeins kadaster in heel Europa.
Audiogids
Vervolgens lopen we via de toegangspoort het oude theater binnen. Al direct vallen de enorme afmetingen op. We hebben wel meer Romeinse theaters bezocht, maar hier krijg je pas echt een goed idee van de omvang van zo’n bouwwerk. Ooit bood het plaats aan naar schatting 9.000 mensen. In die tijd fungeerde het als een ontmoetingsplek waar men dagelijks heen kon voor voorstellingen, maar ook op de hoogte werd gehouden van de laatste nieuwtjes en roddels. In de middeleeuwen werd er enige tijd een markt in het theater gehouden, later werd het volgebouwd met woningen. Ook diende het ooit als gevangenis.
De hele geschiedenis van het theater en de functie van elk plekje wordt nauwkeurig uit de doeken gedaan door de (Nederlandstalige) audiogids die we in het museum kregen omgehangen. Dat maakt een bezoek heel wat interessanter dan er maar gewoon wat doorheen te wandelen. Maak ook zeker gebruik van de mogelijkheid om langs de tribunes helemaal naar boven te lopen. Vanaf daar heb je namelijk een prachtig uitzicht over de stad en omgeving. Bij helder weer kun je de Mont Ventoux goed zien liggen en aan de horizon doemt zelfs een besneeuwde bergtop in de Alpen op.
Je kunt gerust een dagdeel in het theater spenderen, zeker als je de stappen van de audiogids van a tot z volgt. Voor de wat avontuurlijker ingestelde bezoeker is er bovendien een escape game waar je aan mee kunt doen. Je moet overigens wel wat geluk hebben bij een bezichtiging van het theater. Er worden namelijk ook nog geregeld concerten gehouden, en dan kan het gebeuren dat complete delen van het toneel ‘vervuild’ worden met moderne geluids- en lichtinstallaties.
Triomfboog
Na een lunch in het in een grot gevestigde restaurant La Cantina, direct om de hoek bij het theater, trekken we de middag uit voor een stadswandeling door Orange. Je kunt daarbij de route volgen die het Office de Tourisme heeft samengesteld, of gewoon maar wat door de stad struinen. Vergeet in elk geval niet om Rue Victor Hugo door te lopen, dan kom je namelijk uit bij de Romeinse triomfboog. Deze markeerde de noordelijke toegang tot de Romeinse stad, waar je over de Via Agrippa binnenkwam. De Arc de Triomphe dateert waarschijnlijk uit 20-25 na Christus en werd in de negentiende eeuw in vrijwel originele staat hersteld. In de loop der tijd waren er namelijk allerlei elementen aan toegevoegd, onder meer een ruimte erbovenop zodat de boog als wachttoren kon dienen.
Orange heeft nog heel wat meer bezienswaardigheden dan alleen deze twee inmiddels tot werelderfgoed uitgeroepen monumenten. Er is nog een deel van de muur van het Romeinse forum, een twaalfde-eeuwse kathedraal in voornamelijk romaanse stijl, met een in 2019 in gebruik genomen modern orgel, restanten van een Romeinse tempel, het Hôtel de Lapise, een zeventiende-eeuws herenhuis en op het plateau boven de stad de ruïnes van het kasteel dat Prins Maurits liet bouwen.
Prins van Oranje
Vanaf het einde van de zestiende eeuw, toen Orange een toevluchtsoord was geworden voor protestanten, werd het gebied door de aanhoudende godsdienstoorlogen en politieke onrust herhaaldelijk bezet door katholieke troepen. Deze turbulente periode culmineerde uiteindelijk in het begin van de achttiende eeuw, toen Louis XIV het gebied definitief annexeerde. Deze annexatie werd vervolgens officieel bekrachtigd met de Vrede van Utrecht in 1713, waarmee een definitief einde kwam aan de Nederlandse connectie en Orange deel ging uitmaken van Frankrijk. Maar nog altijd draagt de (waarschijnlijke) troonopvolger (momenteel dus Prinses Amalia) in Nederland de titel Prins(es) van Oranje.
Hoewel concrete Nederlandse sporen in Orange ontbreken, afgezien van het museum en de contouren van de voormalige citadel van Prins Maurits, is het een bijzondere ervaring om door deze Zuid-Franse straten te dwalen. Het besef dat dit stadje, door een kleine wending in de geschiedenis, zomaar een deel van Nederland had kunnen zijn, geeft het bezoek een extra dimensie.