Corsica, l’Île de Beauté. Die schoonheid kun je heel goed ontdekken op de noordelijke helft van het eiland. In het noorden van Corsica liggen de hoogste bergtoppen, schilderachtige meren en aan de kust vind je verscholen baaien, prachtige zandstranden en leuke dorpen. Als je slechts een of twee weken hebt om het eiland te verkennen, raad ik je aan om met de noordelijke helft te beginnen. Maar wat te doen, welke bezienswaardigheden mag je niet missen?
Scandola
Een van de mooiste plekken op Corsica is het natuurpark Scandola aan de westkust. Het natuurreservaat is een thuis voor bijzondere diersoorten zoals de zeearend en bestaat uit een ruige rotskust die enkel vanaf de zee of via lange wandelingen bereikbaar is. Midden in het gebied ligt het dorpje Girolata, dat eveneens alleen te voet of per boot toegankelijk is. Vanaf onder meer het haventje Porto gaan regelmatig boottochten naar Scandola. Het leukste is om een uitgebreide tocht te maken in een kleinere boot inclusief bezoek aan de Capo Rosso in het zuiden. Onderweg tijdens je boottocht heb je ook nog een kans om dolfijnen te spotten die zich hier af en toe voor de kust laten zien. Ook een mooi beeld krijg je via een roadtrip vanuit Calvi naar Porto, met name op de Col de Palmarella heb je een schitterend uitzicht.
Vallée de la Restonica
De weg door de Vallée de la Restonica vanaf Corte begint gelijk al goed. Je gaat over een smalle en bochtige weg door de nauwe rivierkloof, de Gorges de la Restonica en komt uiteindelijk uit richting het eind van het dal, waar enkele boerderijen liggen. Vanaf de parkeerplaats loopt een wandelroute verder het dal in. Via het op sommige plekken vrij steile pad kom je uit bij het Lac de Mélo, vanwar je nog verder kunt wandelen naar een iets hoger gelegen meer, het Lac de Capitello. De route daarnaartoe is nog iets uitdagender dan het tot nu toe al was. Als je nog meer energie over hebt kun je ook nog verder wandelen naar de col, waar de GR20 passeert. Een wandeling in de Vallée de la Restonica is niet te missen voor liefhebbers van indrukwekkende berglandschappen.
Cap Corse
Helemaal aan de noordkant van Corsica vind je de Cap Corse, een schiereiland dat zich als een vinger in de Middellandse Zee uitstrekt. Rondom een groot deel van de veertig kilometer lange en tien kilometer brede Cap Corse loopt een mooie panoramaweg, de D80, vanwaar je geregeld indrukwekkende uitzichten op de rotskust en de zee hebt. Onderweg kom je ook nog sfeervolle dorpen tegen zoals Nonza en Centuri, dat een leuk haventje heeft.
Balagnestreek
Ongeveer vanaf de Plage de I’Ostriconi in het noorden tot aan Galéria in het westen ligt de Balagnestreek. De Balagne bestaat uit de kuststreek met plaatsen als Calvi en L’Île Rousse en het binnenland met hooggelegen dorpen als Speloncato, Feliceto en Calenzana. Van oudsher is het een vruchtbare streek, die ook wel eens de tuin van Corsica wordt genoemd. Onder meer sinaasappelen en olijven worden hier geteeld. Het is een streek die zich leent voor een roadtrip langs de kust en de vele mooie dorpen, maar ook voor bijzondere wandelingen. Zo kun je vanaf Lumio wandelen naar het verlaten dorpje Occi, of meer in het zuiden naar de streek waar het hooggebergte van Corsica begint. Ook niet te missen is een bezoek aan Sant’Antonino, een van de mooiste dorpen van het eiland.
Désert de l’Agriate en Saint-Florent
Tussen de Balagne en Cap Corse ligt nog een bijzonder stuk Corsica. Je vindt hier namelijk de Désert de l’Agriate. Geen echte woestijn van zand, maar een onherbergzaam, ruig en groen gebied dat er in vroeger tijden heel anders uitzag. Tot aan het begin van de twintigste eeuw stonden hier veel citrusvruchten en olijfbomen, en stond de streek ook wel bekend als de voorraadschuur van het eiland. Nu is het een uitgestrekt, verlaten en verwilderd gebied met een mooie kustlijn met goudgele zandstranden. je kunt het gebied alleen met een terreinwagen of wandelend verkennen. Vanaf het havenplaatsje Saint-Florent aan de oostkant vertrekken ook boten naar de bekendste stranden, Plage du Lotu en Plage de Saleccia. Saint-Florent zelf is ook de moeite waard, hier vind je een oud centrum met kleurrijke huizen en mooi uitzicht op de zee.
San Michele de Murato
Wanneer je vanaf Saint-Florent over de D82 naar het zuiden rijdt kom je door een heuvelachtig landschap met bossen en ruige vlaktes. Na een kwartiertje rijden sla je de D5 in, waar je al snel een bijzonder kerkje tegenkomt. De Église San Michele de Murato is een romaanse kerk uit de twaalfde eeuw, net buiten het dorp Murato. De kerk is gebouwd in de tijd dat Pisa grote delen van Corsica controleerde. Vandaar dan ook het feit dat je in de bouwstijl elementen tegenkomt die je aan Pisa doen denken. Bij dit kerkje is dat als belangrijkste de afwisseling van lichte en donkere stenen.
Vallée d’Asco
Aan de noordzijde van de hoogste berg van Corsica, de Monte Cinto, ligt een ruig en rustig dal met helemaal aan het eind een kleinschalig skigebied. Als je het dal via de D147 binnenrijdt, kom je eerst door een nauwe en bochtige rivierkloof alvorens je het dorp Asco bereikt. Na Asco rijd je de hogere delen van het dal binnen, Haut-Asco. Vanaf het skistation zijn meerdere mooie wandeltochten te maken, onder meer naar de A Muvrella. Ook de top van de Monte Cinto is vanaf hier bereikbaar, alhoewel de route vanaf de andere kant van de berg, vanuit Lozzi, bekender en populairder is.
Calanques de Piana
Aan de kust bij het dorp Piana liggen bijzondere rotsformaties. Dankzij de rode kleur van de rotsen is het een bijzonder gezicht. De mooiste delen zijn met de auto te verkennen, ze liggen namelijk langs de D81. Het is een populaire trekpleister, soms ook wel tot ergernis van de lokale bewoners. De weg is hier namelijk erg smal, er zijn weinig stopplekken, en de toeristen hebben er een gewoonte van gemaakt om de auto of camper maar gewoon ergens neer te zetten en een stuk over de weg te gaan lopen. Als je de mensen te vriend wil houden, dan kun je het best het sentier muletier wandelen, de oude verbinding tussen Ota en Piana. Slechts een klein stuk van deze wandelroute gaat over de gewone weg, het grootste deel over smalle bergachtige paadjes midden tussen de rode rotsen. Ook mooi is het om de calanques vanaf zee te bewonderen, ga daarvoor mee met een boottocht vanuit Porto.
