Het departement Vosges staat, anders dan de aangrenzende Elzas, niet direct bekend om de sfeervolle dorpen. Toch zijn er plaatsjes die de moeite waard zijn. Om hun ligging, bijzondere geschiedenis of vanwege de bijzondere producten die er vandaan komen. Hieronder beschrijven we zeven dorpen en kleine stadjes in de Vogezen met hun belangrijkste bezienswaardigheden.
Onze favoriet is Châtillon-sur-Saône, een verstild dorp waar je heerlijk kunt dwalen tussen sfeervolle renaissancehuizen. Het stadje floreerde in de zestiende eeuw in de wijnhandel en veel gebouwen dateren uit die tijd. Onder veel van de huizen liggen fraaie gewelfde kelders, die onder meer voor de opslag van wijn werden gebruikt. In het Maisons musée kun je binnenkijken bij verschillende ambachten uit vervlogen tijden en je komt er meer te weten over de geschiedenis van het dorp.
Wie graag in de voetsporen treedt van de Romeinen moet naar Grand. Het dorp stelt tegenwoordig niet zoveel voor, al kun je een prima menu du jour krijgen in het dorpsrestaurant. Maar ten tijde van het Romeinse Rijk lag hier een Romeinse stad met zo’n twintigduizend inwoners. Een buitengewoon groot amfitheater en grandioos mozaïek herinneren nog aan deze tijden van weleer.
Ook Domrémy-la-Pucelle heeft als dorp niet veel te bieden, maar is toch de moeite waard. Rond het jaar 1412 werd hier namelijk een meisje geboren dat een grote invloed zou hebben op de Franse geschiedenis. Het huis van deze Jeanne d’Arc is nog steeds te bezoeken, net als de dorpskerk waar ze werd gedoopt. In het nabijgelegen museum kom je meer over haar leven en erfenis te weten. Iets buiten het dorp staat ook nog de Basilique du Bois-Chenu, gewijd aan Jeanne d’Arc.
Remiremont, een levendig stadje met veel winkels en wat gezellige terrasjes. De hoofdstraat wordt geflankeerd door arcadebogen en verspreid door de stad vind je verschillende fonteinen. Een bezoek aan de statige abbatiale, de abdijkerk, mag niet ontbreken. Dit gebouw dateert grotendeels uit de dertiende eeuw. Loop ook even de romaanse crypte in, onder de kerk. Je kunt er fresco’s uit de veertiende en vijftiende eeuw bewonderen. Verlaat Remiremont niet zonder een glas plombières-ijs te hebben geprobeerd, te koop bij de gezellige theesalon Jean-Luc.
Mirecourt is een bescheiden stad aan het riviertje Madon, dat verderop noordwaarts in de Moezel stroomt. Het werd in de middeleeuwen omringd door stadsmuren en bloeide van de dertiende tot in de zestiende eeuw, toen verschillende bouwers van snaarinstrumenten zich hier vestigden. Het Sentier des Luthiers, een wandelroute van het Office de Tourisme, voert langs plekken die met dit ambacht te maken hebben. We raden ook een bezoek aan het Musée de la lutherie et de l’archèterie aan. Er is in Mirecourt echter meer te zien dan alleen violen. De stad was ook belangrijk als vanwege de vele kantklossers en het kant van Mirecourt was nationaal bekend. Verder is de kerk de moeite waard, de zeventiende-eeuwse markthal, resten van de stadsmuur en de imposante achttiende-eeuwse stadsbrug.
Ben je nieuwsgierig naar de herkomst van het watermerk Vittel, rijd dan eens langs het gelijknamige stadje. Net als in veel andere kuuroorden moet je niet wars zijn van wat vergane glorie, maar nog steeds wordt er in Vittel gekuurd. Dit gebeurt veelal in gebouwen die al minstens een eeuw oud zijn. Opmerkelijk is de Grande Galerie, een bouwwerk uit eind negentiende eeuw met een bijzondere mengeling van art nouveau en art déco. Ook elders in de stad zijn nog fraaie bouwwerken te zien, zoals het Grand hôtel, het Pavillion de la grande source, het casino en het station. Maar het meest interessant is misschien wel een bezoek aan het kleine Musée du Patrimone et du Thermalisme, waar je een duik kunt nemen in de geschiedenis van deze waterrijke stad. Wat minder gezond dan een waterkuur, maar waarschijnlijk wel leuker, is een bezoek aan de snoepwinkel Delisvosges.
Dit kuuroord is eeuwenoud en was in diverse tijdperken een populaire trekpleister. Met name in de negentiende eeuw, de tijd van Napoléon III, wist de elite dit plekje te vinden. Maar ook al eerder kwamen er belangrijke mensen: in de zeventiende eeuw verbleef de schrijver Michel de Montaigne hier een tijdliang, op zoek naar een kuur voor zijn ziekte. En er zijn zelfs nog overblijfselen van de Romeinsse tijd te zien. Bijvoorbeeld in het Bain romain, waar vier tredes uit de Klassieke Oudheid dateren, en in het Piscine Jutier, een zwembad dat in de tweede eeuw in gebruik is genomen. Verder vind je in het stadje veel huizen uit de achttiende en negentiende eeuw met versierde balkons, waaraan Plombières de naam ‘stad met duizend balkons’ te danken heeft. Het stadje draagt het label Petite cité de caractère.
Wie liever een grotere stad bezoekt, kan terecht in Épinal. Sla hier de kasteelheuvel niet over en breng een bezoek aan het beroemde Musée de l’Image.
Met deze tips voor accommodaties haal je het meeste uit je vakantie in Frankrijk.
Waar ben je naar op zoek?
– Vakantiehuisjes in de natuur
– Campings
– Natuurcampings
– Nederlandstalige vakantieparken
– Hotels of chambres d’hôtes
Streektips
