A

Abdij van Montmajour, indrukwekkende ruïne tussen de Alpilles en Camargue

Abbaye de Montmajour

Op de flanken van de Alpilles liggen de ruïnes van een klooster met een bijzondere geschiedenis. Ooit was het een van de belangrijkste abdijen van de streek en diende het als laatste rustplaats voor de graven van de Provence. Tegenwoordig is het een interessante bezienswaardigheid met bovendien een schitterend uitzicht op de Alpilles en Camargue vanaf de eeuwenoude donjon.

In het verre verleden was de delta van de Rhône rondom Arles een moerassige streek. Op een rotsachtig eilandje, hemelsbreed zo’n vier kilometer ten noordoosten van de stad, stichtten in de tiende eeuw een groepje monniken een leefgemeenschap. Dankzij de gulle donatie van ene Teucinde uit Arles, een rijke aristocrate, kon een abdij worden opgericht. Een andere vrouw, een gravin, stond een deel van haar grondgebied af en vanaf dat moment ging het snel met de rijkdom en invloed van de abdij. Het belang van het klooster groeide nog verder toen het in het bezit kwam van enkele stukjes hout die van het kruis zouden zijn waaraan Jezus was gestorven. Jaarlijks op drie mei werd een grote bedevaart georganiseerd. In het jaar 1426 zouden hier 150.000 gelovigen op af zijn gekomen. De bekendheid van Montmajour werd ook groter doordat in de elfde eeuw enkele van de graven van Provence hier begraven werden.

De veertiende eeuw was een onrustige tijd in de Provence, waarop de monniken van Montmajour besloten hun gebouw te versterken. Er verscheen een vestingmuur, die tegenwoordig verdwenen is, en er verrees een grote toren. Deze staat nog steeds trots overeind en kun je beklimmen, tijdens je bezoek aan het klooster. Die versterkingen hadden tot gevolg dat het gebouw in de zestiende eeuw werd overgenomen door een groep katholieke soldaten, tijdens de godsdienstoorlogen. Bij hun terugkeer troffen de monniken een vervallen bende. De aartsbisschop van Arles probeerde in de zeventiende eeuw de monniken over te halen zich te hervormen tot mauristen, een vrij strenge, geleerde Benedictijnse kloosterorde, wat pas na heftige tegenstand van de aanwezige monniken lukte. Onder leiding van een nieuwe groep monniken werden grote renovatiewerkzaamheden gestart, en naast het eeuwenoude romaanse klooster kwam een nieuwe classicistische vleugel met vijf verdiepingen en grootse vertrekken, typerend voor de mauristen.

Bezoek

Een bezoek aan het klooster leidt je als het ware door de geschiedenis van het klooster heen. We beginnen na door imposante gewelven te zijn gelopen bij de tuin en de elfde-eeuwse crypte Saint-Benoît, deels in de rotsen uitgehakt. Deze speelde waarschijnlijk tot de bouw van de kapel ten oosten van het klooster een rol in de jaarlijkse bedevaart rondom de relieken van het kruis. Let op de fraaie kapitelen en op de sporen van graven die in de rotsen waren uitgehakt. Die zie je overigens op meer plekken op het grondgebied van de abdij, rondom de kapellen en kerk die er in de loop der tijd werden gebouwd. Mensen wilden graag zo dicht mogelijk in de buurt van bijzondere religieuze plekken en relikwieën begraven worden, en waren ook bereid daar een aanzienlijk bedrag voor neer te leggen als donatie.

Middeleeuwse graffiti

We lopen verder en komen al snel uit bij de grote donjon. Na een paar minuten klimmen komen we op het plateau bovenaan de toren uit, vanwaar we een wijds uitzicht hebben over de omgeving. Vervolgens is het tijd voor de rest van het complex. Te beginnen met de twaalfde-eeuwse kloostergang, waarvan de pilaren wederom met mooie kapittelen zijn uitgerust. In het refectorium, de oude eetzaal van de monniken, staan informatieborden over een bijzondere vondst die hier in 1993 gedaan werd. Toen zag een oplettende historicus met goede ogen namelijk dat een wand van de kloostergang vol zit met graffiti, met name allerlei gekerfde tekeningen van boten. Ze dateren waarschijnlijk uit de twaalfde eeuw. Als je goed kijkt en een beetje weet waar ze moeten staan, kun je ze zelf ook ontdekken.

De kloostergang komt uit in de abdijkerk, die opvalt vanwege de grootte en de sobere inrichting, vrijwel zonder versieringen. Met de bouw werd al in de twaalfde eeuw begonnen, maar de kerk werd pas afgerond in de vijftiende eeuw. Tot slot bekijken we nog de onderste delen van de nieuwste vleugel van het klooster, een schril contrast met de romaanse bouwstijl van de crypte, kerk en kloostergang.

We lopen voordat we weer in de auto stappen ook nog even naar de Chapelle Sainte-Croix-de-Montmajour, een paar honderd meter van de abdij. Deze blijkt echter gesloten. Wel goed zichtbaar zijn ook hier de in de rotsen uitgehakte graven uit de middeleeuwen.

Vincent van Gogh

Later lezen we ergens dat ook Vincent van Gogh gecharmeerd was van de omgeving van het klooster. Toen hij in Arles woonde liep hij er regelmatig heen, bepakt en bezakt met zijn schilderspullen, en hij maakte er enkele van zijn bekendste schilderijen en tekeningen.

Locatie

Bekijk al onze tips op een handige overzichtskaart!

Martijn

Bonjour! Ik ben Martijn, oprichter van Frankrijk Puur. Van jongs af aan kom ik graag in Frankrijk. Door mijn studie Franse Taal & Cultuur ben ik nog meer van het land en de Franse gewoontes gaan houden. Op Frankrijk Puur beschrijf ik onze ervaringen in Frankrijk en geef ik je tips voor leuke plekken.

Vragen, opmerkingen, tips? Neem contact op via martijn@frankrijkpuur.nl!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *