De Champagnestreek is niet alleen een mooie bestemming als je dol bent op champagne. Tijdens ons verblijf ontdekten we naast de uitgestrekte landschappen met akkers en wijngaarden – en veel, heel veel windmolens – ook een aantal historische bezienswaardigheden. Zoals bijvoorbeeld de massieve basiliek van Épine in de buurt van Châlons-en-Champagne, het fotogenieke centrum van Troyes of de vakwerkkerken bij het Lac du Der. Op een wat sombere middag kwamen we ook op de heuvel Mont-Aimé bij het dorp Vertus, die tegenwoordig een mooi uitzichtpunt vormt maar waaraan een donkere geschiedenis verbonden is.
Zelf ook naar de Champagnestreek op vakantie? Misschien heb je wat aan deze tips!
Vertus en de Mont-Aimé bevinden zich aan de rand van de heuvels ten oosten van Parijs. Als je verder naar het zuiden en het oosten gaat, kom je op de vlakte van de Champagnestreek, die gekenmerkt wordt door ruime akkers, die als een lappendeken over het gebied verspreid liggen. Temidden van al die akkers staan honderden, zo niet duizenden windmolens, wat vooral ’s avonds een bijzonder gezicht is, met allemaal knipperende lichtjes, zover als je kunt kijken.
Vertus
Als eerste brengen we een bezoek aan Vertus, een stadje waarvan de wortels teruggaan tot de Romeinse tijd. Tegenwoordig is het onderdeel van de gemeente Blancs-Coteaux. In de middeleeuwen kwam het tot bloei, onder meer doordat de graven van de Champagne er meerdere kloosters vestigden. In de elfde eeuw kreeg Vertus verdedigingsmuren, waarvan je tegenwoordig de contouren en een paar minieme overblijfselen kunt ontdekken. In 1380 werd het stadje door de Engelsen verwoest, tijdens de Honderdjarige Oorlog.
Ondanks die verwoesting is er nog wel het een en ander te zien qua cultureel erfgoed. Aan de hand van diverse bordjes kun je een route door Vertus lopen, waarbij je gewezen wordt op enkele van de belangrijkste historische overblijfselen. Dat zijn onder meer een stadspoort, de Porte Baudet, en de église Saint-Martin, waarvan delen teruggaan tot de elfde eeuw. We volgen de route, maar komen er halverwege achter dat de kerk – de grootste bezienswaardigheid van het dorp – helaas gesloten is. Misschien nog maar eens terugkomen na het winterseizoen, want de cryptes schijnen bijzonder te zijn. Het pittoreske zicht op de Puits-Saint-Martin, de waterpartij voor de kerk, en het aanpalende lavoir (oude wasplaats) maken het een beetje goed.
Mont-Aimé
Een paar dagen later rijden we nog even de Mont-Aimé op. Deze heuvel net buiten Vertus zag er in vroeger tijden heel anders uit. Mogelijk was er een Gallisch oppidum gevestigd in de prehistorie. In elk geval zeker is dat er vanaf ongeveer de vijfde eeuw een fort op de heuvel stond. In 1210 liet gravin Blanche de Navarre er een imposant kasteel bouwen, dat net als Vertus, tegen het einde van de Honderdjarige Oorlog verwoest werd. De laatste overblijfselen verdwenen in de achttiende eeuw, toen het kasteel al lange tijd als steengroeve voor de omliggende dorpen diende. Tegenwoordig zie je enkel nog wat contouren en funderingen van het kasteel en de torens liggen.
In 1239 diende het kasteel als decor voor een bloedige gebeurtenis: Robert le Bougre, inquisiteur, liet hier toen 187 mensen levend verbranden. Ze waren beschuldigd kathaar te zijn, en gevangengenomen tijdens de jaarmarkt van Provins, wat altijd een groots gebeuren was. Mont-Aimé stond in die tijd bekend als broeinest van het katharisme en was volgens Robert dan ook een prima plek om af te rekenen met ketterse ideeën. Veel hooggeplaatsten woonden de massale brandstapel bij. Later werd vastgesteld dat er onschuldigen tussen de verbrande mensen zouden hebben gezeten, en werd Robert van zijn taken ontheven en gevangengezet.
Napoléon
Zoals veel plekken in Frankrijk, is de Mont-Aimé ook verbonden met de geschiedenis van Napoléon. Het was hier dat de Russische tsaar in 1815, na de door Napoléon verloren Slag bij Waterloo, zijn troepen liet paraderen, bewonderd door vele hooggeplaatsten. Onderaan de Mont-Aimé passeerde een defilé van zo’n driehonderdduizend soldaten en vijfentachtigduizend paarden.
Van dat alles is tegenwoordig niets meer terug te zien. We lopen een rondje over de berg, waar enkele wandelroutes zijn uitgezet, bewonderen het uitzicht en genieten van de rust en weidse vergezichten over de wijngaarden en akkers.