Een eeuwenoude markthal waar nog steeds iedere week een markt wordt gehouden, een middeleeuwse abdij, typische Normandische vakwerkhuizen, een rustig parkje met inheemse planten: genoeg redenen voor een bezoek aan Saint-Pierre-sur-Dives, in de gemeente Saint-Pierre-en-Auge. Tijdens ons verblijf in de Pays d’Auge mengen we ons in de gezelligheid van de maandagse marktdag.
Zelf ook een bezoek brengen aan de mooie streek Pays d'Auge? Misschien heb je wat aan deze tips!
In de elfde eeuw werd hier een abdij gevestigd. De kerk werd gewijd in 1067, maar deze brandde een kleine veertig jaar later af. Niet veel later verrees er een nieuwe kerk, waarvan tegenwoordig met name nog een romaanse toren resteert. De overige delen van de kerk vormen een mengelmoes van romaanse en gotische invloeden. Opvallend zijn onder meer een stuk dertiende-eeuws plaveisel in het koor, enkele wandschilderingen, de kapittelzaal in de aangrenzende kloostergang, en een in de vloer uitgehakte lijn met aan weerszijden sterrenbeelden. Exact om twaalf uur schijnt de zon door een gaatje in een van de ramen en verlicht zo het bij het seizoen horende sterrenbeeld.
Jardin conservatoire
Na een rondje door de kerk en de kloostergang te hebben gewandeld, wandelen we verder naar het centrale punt van Saint-Pierre: het marktplein. Iedere maandagmorgen vind je hier een streekmarkt. In het hoogseizoen groot en druk, daarbuiten in afgeslankte vorm. Als wij het half september bezoeken heerst er een gezellige sfeer, maar zijn er wel wat lege plekken in de markthal en het omliggende plein te ontdekken. Desondanks zijn er genoeg kraampjes te ontdekken, met naast groente en fruit ook allerlei andere streekproducten, zoals kaas, drank, Normandische vleeswaren, en zelfs hier en daar wat levende dieren. De elfde-eeuwse markthal vormt het hart van de markt. De hal dateert uit de elfde eeuw, maar werd in de oorlog deels verwoest en daarna weer gereconstrueerd.
We sluiten ons bezoek aan de markt af met een verse Normandische worst van de grill, met een bakje frites – waar zich rond het middaguur al snel ook een grote rij van lokale bewoners vormt. Op de terugweg naar de auto nemen we ook nog even de tijd om tot rust te komen in de jardin conservatoire des fleurs et légumes, tegenover de abdij. In dit openbare parkje vind je honderden bloemen en groentensoorten uit de Pays d’Auge, die hier als in een soort levend museum gecultiveerd worden.