Als je er van houdt om een kasteel te bezichtigen, dan heb je het in de Loirevallei voor het uitzoeken. Toen we een lang weekend in Saint-Benoît-sur-Loire verbleven, konden we het niet laten om een bezoek te brengen aan het iets verder gelegen kasteel van Sully-sur-Loire. Anders dan veel andere kastelen in deze streek heeft dit nog een groot deel van het middeleeuwse uiterlijk behouden, met als meest imposante onderdeel de veertiende-eeuwse donjon.
Zelf ook een bezoek brengen aan het kasteel van Sully-sur-Loire? Misschien heb je wat aan deze tips!
Kastelen in de Loirevallei
Waarom zijn er eigenlijk zoveel kastelen in de vallei van de Loire? Daarvoor moet je terug in de geschiedenis, naar halverwege de middeleeuwen. In die tijd was Frankrijk verdeeld in leengebieden die bestuurd werden door lokale heersers. Deze bouwden kastelen op strategische plekken, om hun heerschappij te verdedigen en vaak ook uit te breiden. Al die ‘leenmannen’ stonden onder het gezag van een leenheer. Rondom de Honderdjarige Oorlog in de veertiende en vijftiende eeuw was dat in dit deel ofwel de Franse koning ofwel de Engelse koning. Door gewapende strijd of door strategische huwelijken konden gebieden van de ene heerser naar de andere overgaan. Toen de Honderdjarige Oorlog voorbij was en de Franse koning als overwinnaar uit de strijd kwam, verminderde het belang van kastelen in de binnenlanden van het koninkrijk Frankrijk. Daarom raakten veel kastelen in verval, of werden ze omgetoverd in paleizen, gedurende de renaissance in de zestiende eeuw. Met name de Loirestreek werd een populaire plek voor de Franse adel, om zich terug te trekken voor de jacht in de eindeloze bossen van de Solognestreek ten zuiden van de rivier.
Chambre du Roi
De eerste vermelding van het kasteel van Sully dateert uit 1102, toen op deze plek een verdedigingswerk stond bij een belangrijke brug over de rivier. De huidige gebouwen dateren vanaf de veertiende eeuw. Tijdens ons bezoek aan het kasteel dwalen we door de gangen en komen we meer te weten over de geschiedenis. Je begint bij de wandeling door het kasteel namelijk bij het oudste deel. Het kasteel werd gebouwd op twee eilandjes in een bassin dat gevoed wordt door het riviertje Sange, dat verderop uitkomt in de Loire. Ooit stond er op het oostelijk gelegen eilandje ook nog een donjon en een kleine kerk, maar tegenwoordig is het afgezien van een kleine ronde toren helemaal kaal. Bij het betreden van het kasteel verkennen we eerst het noordelijke gedeelte, de oude donjon. Deze is vanbinnen flink aangepast na de middeleeuwen, maar heeft vanbuiten nog de uitstraling van een middeleeuwse donjon, met bovenaan een weergang en her en der nog schietgaten. Na het bekijken van de grande salle, die vroeger in kleinere vertrekken was verdeeld en de salle d’honneur, waar belangrijke ontvangsten plaatsvonden, komen we bij de chambre du roi. In 1602 werd het kasteel gekocht door Maximilien de Béthune, minister onder koning Henri IV en eerste hertog van Sully, ook bekend van het Hôtel de Sully in de Marais in Parijs. Zoals gebruikelijk werd er in grote kastelen een slaapkamer voor de koning ingericht, hoewel Henri IV het kasteel uiteindelijk nooit bezocht. Dat werd overigens later goedgemaakt door Louis XIV, slechts een van de bekende Fransen in een rijtje illustere bezoekers, zoals Jeanne d’Arc, Voltaire en kardinaal Mazarin.
Petit Château
Een van de indrukwekkendste delen van het kasteel van Sully vind je helemaal bovenin de donjon. Hier loop je namelijk onder een enorme houten overkapping, waarvan ongeveer tachtig procent nog origineel veertiende-eeuws is. Vanaf hier voert de route door het kasteel je naar de modernere vertrekken. Je komt door kamers met prachtig beschilderde plafonds, allerlei origineel meubilair en fraaie schilderijen. Dit ‘petit château’ werd vanaf de vijftiende eeuw gebouwd en herbergde vanaf toen de woonvertrekken voor de eigenaren. Pas in de achttiende eeuw werd het donjon verbonden met dit kleine kasteel. Na een grote brand aan het begin van de twintigste eeuw en verwoestingen door bombardementen tijdens de Tweede Wereldoorlog, stond de tweede helft van de twintigste eeuw grotendeels in het teken van restauratiewerkzaamheden. Sinds 1962 is het departement Loiret eigenaar.
Het laatste onderdeel van het bezoek is de bezichtiging van de binnenplaats, vanwaar je een mooi uitzicht hebt op de verschillende onderdelen van het kasteel. Later lopen we nog even het stadje in, maar we komen er al snel achter dat dit eigenlijk niet echt de moeite waard is. Sully-sur-Loire heeft zwaar geleden onder bombardementen tijdens de Tweede Wereldoorlog, als gevolg daarvan is er weinig pittoresks meer overgebleven in het centrum.