A

Avontuurlijk wandelen op de Hauts plateaux du Vercors

Hauts plateaux du Vercors

Het is half zes als de wekker gaat. Door het tentdoek gloort de ochtendschemering. Vlug trekken we een dikke laag kleding aan om ons te wapenen tegen de koude die hier op ruim 1800 meter hoogte voelbaar is, na een winderige nacht. En dan staan we klaar voor een bijzondere voorstelling: een schitterende zonsopkomst in de Vercors.

Streektips

Zelf ook wandelen op de Hauts Plateaux du Vercors? Misschien heb je wat aan deze tips!

Ons avontuur begon de vorige dag, toen we door Damien van de toeristische dienst van het natuurpark van de Vercors werden afgezet op de parkeerplaats bij Col du Rousset, aan de zuidkant van de Vercors. Met rechts in beeld een kleinschalig skigebiedje startten we een driedaagse wandeling over de Hauts plateaux du Vercors. Een plek die bekend staat als een van de meest ongerepte streken van Frankrijk. Op het 17.000 hectare grote plateau is afgezien van enkele hutjes geen bebouwing, de natuur heeft er vrij spel. Dwars over het plateau lopen een paar wandelroutes. Maar die zijn niet voor iedereen weggelegd. Als je hier wil komen wandelen heb je op zijn minst een gezonde dosis vastberadenheid en avontuurlijkheid nodig. Het plateau van west naar oost doorkruisen kost je sowieso een dag, en van noord naar zuid doe je er minstens drie dagen over. De Grand Veymont, met 2.341 meter de hoogste bergtop van het gebied, is relatief goed bereikbaar, met een wandeling die in totaal zo’n 6 tot 8 uur in beslag neemt.

Om optimaal van deze streek te kunnen genieten en alles goed in ons op te kunnen nemen hebben we ervoor gekozen om deze wandeling met een tent in de rugzak te gaan ondernemen. Dat geeft ons ruim de tijd om zowel het plateau te verkennen als de Grand Veymont te beklimmen. De eerste dag is ons doel een bivakplaats onderaan de Grand Veymont, op een soort natuurlijk balkon dat uitzicht geeft over een groot deel van de Franse Alpen.

Bivak

De Hauts plateaux du Vercors is een natuurreservaat, wat betekent dat er strenge regels zijn om de natuur zoveel mogelijk met rust te laten. Zo mag je er niet zomaar kamperen, mag er geen gemotoriseerd verkeer komen, is het niet toegestaan om bloemen en planten te plukken, en mag je er bijvoorbeeld ook niet met een drone vliegen. Mountainbikes zijn alleen op één pad toegestaan, en voor honden is het ook verboden terrein. Overnachten kan in een van de ruim tien ‘cabanes’, blokhutjes met een kachel en enkele houten bedden. Tussen 17 uur en 9 uur ‘s ochtends mag je er bovendien bivakkeren: overnachten in een zelf meegebracht trekkerstentje.

Na enkele uren wandelen bereiken we zo’n cabane, die van Pré Peyret, die vandaag een welkom doel is voor meer wandelaars. Want boven de Grand Veymont trekken inmiddels enkele donkere wolken samen, en van tijd tot tijd horen we gerommel in de verte weerklinken. We besluiten dan ook even af te wachten wat het weer gaat doen, alvorens verder te lopen richting de Grand Veymont. Tijd voor een kopje koffie, dat we zetten met behulp van onze handige Jetboil, een gaskooksysteem dat binnen de kortste keren ruim een halve liter water voor je aan de kook brengt.

Dat we besloten hebben om hier even te blijven is maar goed ook, want een half uurtje later stroomt de regen met bakken uit de hemel. Vlak bij ons slaat de bliksem in. We schuilen met nog een vijftiental anderen in het kleine hutje, tot het langzaam minder hard gaat regenen. Dan besluiten we verder te lopen, in de verwachting dat het weer later in de middag op zal klaren. Onze tocht voert verder over de Plaine de la Queyrie (ook wel Plaine de la Cléry), waar we een bijzondere plek passeren, een oude Romeinse steengroeve. Die kan ik gezien mijn fascinatie voor de Romeinse tijd niet links laten liggen, en we lopen er dan ook even heen, enkele tientallen meters hogerop van het pad af. Verrassend genoeg zie je hier nog delen van Romeinse zuilen en half afgegraven rechthoekige bouwstenen liggen, alsof ze nog maar kort geleden en in alle haast zo zijn achtergelaten.

Uitzicht

Tegen een uur of zes bereiken we het plekje dat we op de kaart gemarkeerd hadden als mogelijke bivakplek, bovenaan de Rocher du Prayet. Iets verderop in de dalkom zien we een tentenkamp met enkele ezeltjes, we zijn in elk geval niet de enigen hier vannacht. Maar wel de enigen met zo’n uitzicht, besef ik me wanneer de tent aan de rand van de kliffen opgezet is en we een snelle outdoormaaltijd soldaat hebben gemaakt. Dan is het tijd om de tent in te gaan, nadat we het uitzicht nog even uitgebreid bewonderd hebben. De wind steekt op, en er is een kleine kans op onweer vannacht. Met de vroege zonsopgang in het achterhoofd genoeg redenen om snel te gaan slapen.

En dan is er al snel die veelbelovende zonsopkomst. Een kort moment ben ik bang dat we compleet in de wolken zitten, na een wat onrustige nacht met veel wind en her en der wat bliksemflitsen. Maar als ik ‘s ochtends het tentdoek opensla schittert daar een vrijwel onbewolkte hemel. Beneden in het dal zijn wel wat wolken zichtbaar, en ook verderop richting de hogere alpentoppen zit het op enkele plekken dicht. Maar dat zorgt alleen maar voor nog meer magie, op het moment dat de eerste zonnestralen het landschap verlichten. Boven de bergtoppen, met onder meer de Écrins goed zichtbaar, verschijnt een klein lichtpuntje dat snel groter en groter wordt. En sneller dan je wil staat ineens heel de omgeving in een gouden gloed. Mijn camera draait overuren, alles moet vastgelegd worden. Even vergeet ik om zelf ook bewust te genieten, en niet alleen maar op de foto’s te letten.

Grand Veymont

Na de tent te hebben ingepakt is het tijd voor het volgende onderdeel van de wandeltocht, de beklimming van de Grand Veymont. Vanaf hier is het nog zo’n vierhonderd meter stijgen, en dat begint vrijwel meteen. Onder het toeziend oog van een kudde steenbokjes laten we het feeërieke groene landschap van het plateau achter ons en treden we een rotsachtige wereld binnen. Het uitzicht neemt toe, met elke meter stijgen. De steenbokken lijken zich niet veel aan te trekken van ons en van de weinige andere wandelaars die we onderweg naar de top tegenkomen. Na een kleine twee uur klimmen staan we bovenop de top. Onder ons de iconische Mont Aiguille, helemaal in het noordoosten de witte top van de Mont Blanc. En daar tussen de hoogste toppen van de Écrins, en voor ons het dal van Grenoble naar Gap, waar de Route Napoléon doorheen loopt.

Veel te snel moeten we alweer verder, op weg naar de volgende bivakplek. Die hebben we bedacht ongeveer halverwege op het plateau, in een bosrijk gebied. We dalen noordwaarts, steil af over de bergrug en zien voor ons de onmetelijke rij rotskliffen liggen waar de Vercors zo bekend om staat. Een rotswand die vrijwel tot aan Grenoble doorloopt, de scheiding tussen de Vercors en de rest van de Alpen. Een soort natuurlijke vesting, ondoordringbaar en onneembaar. Wanneer we op de Plaine de la Chau aankomen gaan we snel op weg naar de bron die op de kaart staat gemarkeerd. Tijdens een wandeling over het hoogplateau van de Vercors moet je namelijk goed op je watervoorraad letten. Er zijn weinig bronnen op de kalkstenen hoogvlakte, omdat vrijwel al het water door de rotsen naar beneden sijpelt en via onderaardse gangen en grotten een weg zoekt en zo onbereikbaar is. Het is nog vrij vroeg in het zomerseizoen, zodat we het prima kunnen redden met de bronnen die er zijn, maar we hebben ons laten vertellen dat er later in het seizoen ook wel eens wat bronnen leeg komen te staan. En dat kan met oplopende temperaturen voor grote problemen zorgen bij wandelaars.

Flora en sauna

De waterflessen worden bijgevuld, en na een uurtje lopen bereiken we een fijn plekje aan de rand van een open vlakte tussen de bomen. Het is mooi geweest voor vandaag en met uitzicht op de Grand Veymont bereiden we onze tweede outdoormaaltijd. Een zakje gevriesdroogde rijst met saté en daar kokend water aan toevoegen klinkt vrij smakeloos, maar na een warme en vermoeiende dag doet het niet onder voor een goede afhaalmaaltijd van de Chinees op de hoek.

De laatste dag van onze wandeling over de hoogvlakte van de Vercors lopen we via het bos terug naar het dal aan de westkant van het plateau. Onze auto hebben we achtergelaten in Saint-Agnan-en-Vercors. Hoewel de wandeling qua uitzicht een stuk minder spectaculair is dan gisteren en eergisteren, kijken we toch onze ogen uit. Onderweg zien we namelijk de rijkdom van de natuur voor ons: prachtige paletten aan bloemen en planten, inclusief honderden kleurrijke vlinders die van bloem naar bloem vliegen. Ook liefhebbers van de Franse flora kunnen in de Vercors hun hart ophalen.

Halverwege de middag, na een vrij lange en lastige afdaling, komen we uiteindelijk bij de auto aan. Vanaf hier is het nog enkele minuten rijden naar ons onderkomen voor de nacht. Na al het afzien van de afgelopen drie dagen is een goed bed iets om naar uit te kijken. Tot onze verrassing heeft onze chambres d’hôtes Le Havre des trolles nog iets dat we goed kunnen gebruiken: een complete spa en sauna! De vermoeide spieren worden verzorgd in de automatische massagestoelen, de sauna perst het zweet uit onze poriën en de jacuzzi met uitzicht op een beboste berghelling verfrist en verkoelt. Een aanrader dus, deze bed&breakfast, en wel helemaal na zo’n avontuurlijke wandeling over de Hauts plateaux du Vercors!

Locatie

Bekijk al onze tips op een handige overzichtskaart!

Martijn

Bonjour! Ik ben Martijn, oprichter van Frankrijk Puur. Van jongs af aan kom ik graag in Frankrijk. Door mijn studie Franse Taal & Cultuur ben ik nog meer van het land en de Franse gewoontes gaan houden. Op Frankrijk Puur beschrijf ik onze ervaringen in Frankrijk en geef ik je tips voor leuke plekken.

Vragen, opmerkingen, tips? Neem contact op via martijn@frankrijkpuur.nl!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *