Het speelde zich lang geleden af, maar de vraag leeft nog steeds: Welke route nam Hannibal tijdens zijn tocht door de Franse Alpen, van Spanje naar Rome? Helemaal tot de verbeelding spreekt natuurlijk dat hij naast duizenden soldaten ook tientallen olifanten over de bergen heen leidde. Over de vraag welke bergpas hij nam, hebben al heel wat geschiedkundigen zich gebogen. De meest genoemde bergpassen zijn de Col du Mont-Cenis en de Col Clapier vanuit de Vanoise, de Montgenèvrepas bij Briançon en de Kleine Sint-Bernhard bij Bourg-Saint-Maurice. Maar ook de cols in de Queyras gooien hoge ogen. We maakten een wandeling naar een van de cols die door sommigen gezien wordt als ‘Hannibals bergpas’.
Ook op vakantie naar de Queyras? Misschien heb je wat aan deze tips!
Hoe zat het ook al weer? Een geschiedenislesje…
Er zijn honderden boeken over geschreven, en zowat elke bergpas in de Alpen is daarbij wel eens voorbij gekomen. Volgens sommigen trok Hannibal zelfs via de Simplonpas in Zwitserland naar Italië. Het gebeurde in elk geval allemaal in het najaar van 218 voor Christus, tijdens de Tweede Punische Oorlog. De Carthaagse legeraanvoerder Hannibal Barkas trok op tegen de Romeinse troepen. Hij stak de Rhône ergens tussen Orange en Avignon over en versloeg een Gallisch leger dat hem probeerde tegen te houden. De Romeinse troepen onder leiding van Publius Scipio waren inmiddels bij Marseille aangekomen, maar wisten niet dat het Carthaagse leger de Rhône al over was getrokken en kwamen te laat om Hannibal ervan te weerhouden de Alpen over te steken. Hannibal leidde zijn troepen verder de Alpen in, soms geholpen en soms aangevallen door lokale stammen. Over het vervolg van zijn route bestaan verschillende theorieën. Het meest waarschijnlijk is echter dat hij een zo recht mogelijke lijn tussen de Rhône en zijn volgende bestemming Turijn zal hebben genomen. Er zijn enkele aanwijzingen zoals een witte rots en steenlawines die genoemd worden in verslagen van de tocht. Ook zou Hannibal vanaf een bergpas een ongehinderd zicht op de Povlakte in Italië hebben gehad. Dat verkleint de selectie mogelijke bergpassen al wat, maar ze leveren geen sluitend bewijs voor een bepaalde col.
Col de la Traversette of Col de Malaure?
Tijdens onze vakantie in de Queyras maakten we wandelingen bij Abriès. Een daarvan was bij het Grand Belvédère du Viso, een uitzichtpunt op de Mont Viso onderaan de Col de la Traversette. Een paar dagen later liepen we iets naar het noorden daarvan bij de Col de Malaure bij Valpreveyre. De Col de la Traversette kwam een aantal jaar geleden nog in het nieuws omdat een wetenschapper sporen van grote hoeveelheden mest had gevonden. Maar omdat de Traversette een belangrijke overgang was in de zouthandel in de middeleeuwen, kan het ook gewoon de mest van ezels zijn geweest. In de vijftiende eeuw werd hier zelfs een tunnel gegraven ten behoeve van de ezels die zout transporteerden. De tunnel is nog steeds toegankelijk en geldt als een van de oudste tunnels van Europa.
Eenmaal thuis in Nederland kwam me een boekje onder ogen getiteld Where Hannibal passed, geschreven door Arthur Rivers Bonus. De auteur trok in 1924 naar de Queyras en zocht naar aanwijzingen welke bergpas Hannibal genomen zou hebben, aan de hand van de weinige details in de geschriften van Polybios en Livius, de twee belangrijkste bronnen voor Hannibals tocht. Volgens Bonus trok het leger vanuit Briançon via de Col du Malrif naar Valpreyvere en vervolgens over de Col de Malaure naar Turijn. Een lezenswaardig boekje, waarin bovendien een twaalftal foto’s zijn opgenomen die de auteur destijds maakte. Leuk om op die manier honderd jaar terug in de tijd te kunnen kijken naar hoe het landschap van de Queyras er toen bij lag. Het was weliswaar zomer toen de auteur er rondliep, maar in wezen lijkt er weinig veranderd.
Povlakte
Of de auteur nu wel of niet gelijk heeft met zijn bewering dat Hannibal de Col de Malaure nam, interessant is het wel om te bedenken dat we misschien in diens voetsporen hebben gelopen. De wandeling vanuit Valpreyvere naar de Col de Malaure is op het laatste stukje na vrij eenvoudig en loopt geleidelijk omhoog. Eerst nog door een dun lariksbos, later over kale hellingen. Vlak onder de top is een kleine kom, die volgens Arthur Rivers Bonus het toneel was van Hannibals toespraak om z’n troepen te motiveren voor het laatste stuk tot aan de top van de bergpas.
Na een kwartiertje wandelen door het rustige en afgelegen dal bereiken we vervolgens de Col de Malaure, een smalle richel tussen twee bergtoppen, die de grens vormt tussen Frankrijk en Italië. Aan de andere kant gaat het steil naar beneden, over een smal pad. Ons uitzicht, dat hier tot aan de Povlakte zou moeten reiken, beperkt zich tot een dikke laag donkergrijze wolken. Net onder de col was een stevige wind opgestoken, waardoor het guur aanvoelt. De wolkenzee en het verschillende weertype tussen de Franse en Italiaanse kant is een fenomeen dat hier vaker voorkomt, horen we later van de eigenaren van de gîte waar we verblijven. Het doet een beetje denken aan de barre omstandigheden waaronder de Carthagers hier naar beneden moesten lopen, volgens de verhalen. Uit het verslag van Polybios blijkt dat de afdaling van de laatste bergpas smal en gevaarlijk was, waarbij de soldaten eerst nog een deel van de rotsen moesten verwijderen voor ze naar beneden konden lopen. Dit alles in combinatie met de eerste sneeuwval van het seizoen, waardoor het geen gemakkelijke tocht moet zijn geweest.
Sporen van olifanten hebben we uiteindelijk niet gevonden in de Queyras, maar wel genoten van schitterende uitzichten en een klein idee van hoe het voor de soldaten geweest moet zijn om in ongeveer hetzelfde jaargetijde in een soortgelijk gebied te lopen.
Meer weten over deze route? Ga dan naar Bergwandelroutes.nl.