Op onze reizen door Frankrijk komen we heel wat intrigerende plekken tegen. Afgelopen zomer ontdekten we bijvoorbeeld een waterbron middenin het plaatsje Tonnerre in het noorden van de Bourgogne. Uit een groot gat in de grond stroomt een enorme hoeveelheid water dagelijks naar buiten. Vanwege de diepte, de helderheid van het water, en de aanwezigheid van veel waterplanten, heeft het water een diepe blauwgroene kleur. Al eeuwenlang is deze plek voer voor legendes.
Toen we vanuit de Morvan richting het noorden terugreden, zagen we op de borden al snel Tonnerre verschijnen. Omdat we hierover al eens gelezen hadden op het blog van Passie voor Frankrijk, wierpen we een blik op de kaart om te zien hoever omrijden een uitstapje naar dit stadje zou zijn. Het viel mee, dus we konden de verleiding niet weerstaan om hier ook even een kijkje te nemen.
Geschiedenis
Tonnerre ontstond in de middeleeuwen toen leerlooiers langs de rivier de Armançon hun werkplaatsen en huizen installeerden. Ook het water van de Fosse Dionne werd gebruikt voor hun werkzaamheden. Overigens was de omgeving van het dorp al veel langer bekend, in de buurt zijn ook resten van Romeinse nederzettingen gevonden en het water van de Fosse Dionne werd gebruikt voor het Gallo-Romeinse oppidum dat zich bevond op de plek waar nu het hoge deel van Tonnerre ligt. Waar de naam Fosse Dionne vandaan komt is niet helemaal bekend, mogelijk van Divona, de naam van de Gallische god voor bronnen.
In de negende eeuw verscheen er een kerk bovenop de heuvel waaronder de Fosse Dionne ligt. Deze kerk werd in de loop der tijd opnieuw opgebouwd, de grootste delen dateren nu uit de zestiende eeuw. In 1758 werd er rond de Fosse Dionne een lavoir gebouwd, een wasruimte waar de inwoners van het plaatsje hun was konden doen.
In de loop der tijd hebben duikers de bron verkend. Sinds 1996 is dit alleen met goedkeuring van de burgemeester nog toegestaan, vanwege enkele dodelijke ongevallen. Tot nu toe zijn duikers tot ruim 370 meter vanaf de ingang gekomen, tot een diepte van -79,5 meter.
Waarschijnlijk gaan de ondergrondse grotten en beddingen waardoor het water van de Fosse Dionne stroomt nog veel verder. In het verleden heeft men bijvoorbeeld met kleurstoffen in het water aangetoond dat een deel van het water afkomstig is van de Laigne, die 43,5 kilometer verderop in de grond verdwijnt en in Laignes weer boven de grond komt.
Hôtel Dieu
Maar Tonnerre heeft nog meer te bieden dan de Fosse Dionne. Je vindt er ook een twaalfde-eeuwse gotische kerk, die zwaar getroffen werd door bombardementen in de Tweede Wereldoorlog. En een andere bezienswaardigheid is het dertiende-eeuwse ziekenhuis Hôtel-Dieu. Het gaat om het langste middeleeuwse ziekenhuis van Frankrijk, en ook een van de oudste. Toen wij er waren was het gesloten, het is alleen in het hoogseizoen geopend. Buiten dat is het plaatsje ook leuk om verder te verkennen, in een van de straatjes vonden we bijvoorbeeld nog een overdekte markt en enkele mooie oude gevels.
in deze spannende tijd toch op vakantie. genoten van info