In het hart van de Périgord, een andere benaming voor de Dordognestreek, ligt het schilderachtige Belvès. Het deels ommuurde stadje was het eindpunt op de route die ik in het voorjaar reed langs enkele van de mooiste bastidedorpjes. In de omgeving staat Belvès bekend als het stadje met de zeven klokkentorens. Die zijn dan ook van verre te zien en geven het plaatsje een bijzondere uitstraling.
Wil je ook op ontdekkingstocht door deze streek? Misschien heb je wat aan deze tips!
De naam Belvès komt uit de Middeleeuwen, een samenvoeging van dezelfde woorden waar ook het Franse ‘belle vue’ vandaan komt. Mooi uitzicht dus, en dat heb je niet alleen vanaf het stadje zelf, maar ook al als je er op de D710 komt aanrijden. Belvès ligt namelijk op een kleine verhoging in het landschap en torent zo boven de omgeving uit.
Zoals bij wel meer plekken in Frankrijk zagen de inwoners van de streek al snel het nut van zo’n verhoging. Je kon de vijand makkelijk zien aankomen en ook bij een aanval had het zo zijn voordelen om hoog gelegen te zijn. Waarschijnlijk dateert het castrum – de verdedigingswerken van een kleine stad – uit de elfde eeuw. Nu resteren van dit bouwwerk enkel nog een toren en de toegangspoort.
Van de twaalfde tot de vijftiende eeuw stond een groot deel van Aquitaine en de Dordogne onder Engels bewind. Dat gold ook voor Belvès, waar lange tijd een Engels garnizoen gelegerd was. Toen de Honderdjarige Oorlog tussen de Fransen en Engelsen in het voordeel van de Fransen werd beslecht, kwam de regio er slecht uit. Een uitbraak van de pest was de druppel, en tegen het einde van de vijftiende eeuw waren zowat de helft van de huizen in de dorpen en steden leeg en vervallen. Op het moment dat de rust eenmaal wat was weergekeerd, bloeide de omgeving van Belvès echter weer snel op. Zo kwam er in de stad een markt en werden er diverse scholen geopend.
Het bleef echter onrustig in de daaropvolgende eeuwen, met onder meer de godsdienstoorlogen tussen de Protestanten en Katholieken, en bloedig neergeslagen opstanden van voornamelijk de boerenbevolking, de zogenaamde jacqueries des croquants.
Ondanks deze onrustige tijden, is er in Belvès nog steeds veel te zien van de geschiedenis. Het is een vrij klein stadje, waar je met een half uur tot een uur lopen wel doorheen bent. Nadat we de auto naast de mairie (let op de veertiende eeuwse toren van de couvent des Frères Prêcheurs) op een pleintje hebben geparkeerd, lopen we de hoofdstraat van het stadje in, de rue Jacques Manchotte. Deze komt uit op het marktplein, waar de vijftiende-eeuwse markthal staat te pronken.
Schuin tegenover de markthal, aan de andere kant van het plein, voert een smal straatje omlaag naar enkele bijzondere grotwoningen, waar van de dertiende tot de achttiende eeuw de allerarmsten woonden. Je kunt deze bezoeken met een gids, om een idee te krijgen hoe hier geleefd werd. Nu ik er ben is het echter al avond, en moeten we het doen met een blik naar binnen door het hekwerk. We wandelen verder door de nauwe straatjes, op zoek naar de andere oude huizen en torentjes van Belvès. Zoals bijvoorbeeld de Tour des Filhols, waar nu het Office de Tourisme gevestigd is. Of het vijftiende-eeuwse château de Belvès, ook wel hôtel de Commarque genoemd. Ook bijzonder is het Hôtel Bontemps, een twaalfde-eeuws huis met een voorgevel uit de Renaissancetijd. Hier woonde ooit Thomas Bontemps, een Engelse kapitein.
Eetplekje
Omdat het al rond etenstijd is wanneer we een rondje door Belvès gelopen hebben, kijken we uit naar een leuk restaurant. Die zijn er echter niet veel te vinden in het plaatsje, en enkele zijn ook gesloten. Daarom rijden we een stukje verder, in de hoop onderweg iets leuks tegen te komen. Die hoop wordt al snel werkelijkheid wanneer we net boven Belvès door het oeroude gehucht Fongauffier rijden. Hier is een bron, waar in de achtste eeuw de hertog van Aquitaine halt hield, net voor hij vermoord zou worden. Het gehucht (Font-Gauffier) herinnert nog altijd aan de naam van deze duc d’Aquitainee Waïfre, of Gaiffier, zoals hij ook genoemd werd. Bij deze bron is een restaurant dat heerlijke streekgerechten op het menu heeft staan, Auberge de la Nauze. Een aanrader als je in de buurt bent en van lekker en goed eten houdt!