B

Bassoues, bastidedorp met imposante donjon in de Gers

Bassoues

Bastidedorpjes, waarschijnlijk heb je er wel eens van gehoord. In de Dordogne en Lot-streek kwam ik er al veel tegen, maar wat ik niet wist, is dat er in het departement Gers nog veel meer zijn. En het leuke hiervan is, deze zijn nog niet ontdekt door de grote massa en vormen stuk voor stuk pareltjes in een van de meest landelijke streken van Frankrijk. Bassoues is zo’n leuk bastidedorp in de Gers, en het heeft bovendien nog een troef: een metershoge middeleeuwse donjon waar je naar boven kunt klimmen.

Streektips

Wil je zelf ook op vakantie naar de Gers? Misschien heb je wat aan deze tips!

Precies met lunchtijd kom ik het dorp Bassoues binnenrijden. Ik parkeer de auto net buiten het dorpscentrum en loop op mijn gemakje de straten van het dorp binnen. Er is voor mij een lunch gereserveerd bij de Bar Restaurant du Centre, niet te missen midden in het dorp, naast de grote markthal die het centrale pleintje domineert. Eenvoudige doch voedzame maaltijden, veelal bereid met producten uit de streek. De Gers zit vol met restaurantjes die dit bieden, en de prijzen liggen over het algemeen laag. Voor nog geen vijftien euro heb je een lunchmenuutje, inclusief karaf wijn, water en kopje koffie. Ik kies voor het menu van de dag, met een soepje en salade vooraf, confit de canard met friet als hoofdgerecht, en een tiramisu als nagerecht. Hoe kan het toch voor die prijs, vraag je je haast af. Feit is dat de levenskosten in dit dunbevolkte stukje Frankrijk een stuk lager liggen dan in andere delen van het land.

Geschiedenis

Bassoues ontstond in de dertiende eeuw, toen de aartsbisschop van Auch besloot een bastide hier te vestigen. Waarschijnlijk was de plek toen al wel bewoond, er stond in elk geval net buiten het dorp al een kerk die aan Saint-Fris gewijd was. Met de vestiging van de bastide nam het dorp vaste vorm aan, kreeg het allerlei rechten, zoals het recht om een markt te houden, en kwamen er later ook een ommuring en andere verdedigingswerken, waaronder een gracht.

In het dorp zelf verrees ook een kleine kerk, die pas in de zestiende eeuw werd gebruikt voor de reguliere kerkdiensten. Tot dan toe werden de missen in de kerk buiten het dorp gevierd. Het kerkje in het dorp werd in de loop der tijd geregeld verbouwd. Zelfs zo dat historici vandaag de dag moeite hebben te ontcijferen hoe het gebouw er vroeger precies uitgezien moet hebben.

Opvallend in het dorp, rondom de kerk, zijn de vele vakwerkgevels. Dat was een beproefde methode voor het bouwen van huizen in de middeleeuwen. Op de grond werd het raamwerk van hout in elkaar gezet, vervolgens werd dat omhooggetrokken en tenslotte werden de openingen gevuld met een mengsel van leem en stro of leem en kiezels.

Donjon

Samen met de verdedigingsmuren werd er in de veertiende eeuw ook een kasteel gebouwd. Dit werd vergezeld van een grote toren, symbool van de macht van de heer, de toenmalige aartsbisschop van Auch. De belangrijkste functie van de toren van 43 meter hoogte was het beschermen van het kasteel en het dorp. In die tijd waren huursoldaten tussen de oorlogen in vaak min of meer gedwongen om rond te dolen en van de struikroverij te leven. De imposante toren zorgde ervoor dat rondtrekkende bendes zich wel twee keer bedachten voor ze een aanval op het dorp uitvoerden. De dikke muren, onderaan wel 1.75 meter, konden vrijwel iedere aanval weerstaan.

De donjon is nog in verrassend goede staat te bewonderen. Zowel van binnen als buiten ziet het gebouwen er puntgaaf uit. Het bestaat uit vier verdiepingen, waarvan er drie te bezoeken zijn. Van de vierde verdieping resteren alleen de houten vloerbalken. Vroeger was de hele onderste verdieping afgesloten en moest je via een houten ladder het bouwwerk betreden, waarna je de ladder achter je aan naar boven trok. De ultieme bescherming tegen aanvallen. Tegenwoordig kun je gelukkig gewoon via de begane grond naar binnen.

Comfortabel
Van de dame die het kleine VVV-kantoortje in het gebouw beheert krijg ik een informatieblad en vervolgens mag ik op eigen houtje de verschillende vertrekken van de donjon bekijken. Op de begane grond vind je de oude voorraadkamer, met in het midden een ronde waterput. Dan loop ik via een ronde stenen trap naar boven. Bijzonder op de eerste verdieping zijn de kasten en banken die ingebouwd zijn in de muur, de haard, én de twee wc’s, aan beide zijden van de toren. Je krijgt er een aardig beeld door hoe het leven in de donjon er uitzag.

Op de volgende verdieping zie je eenzelfde soort vertrek, met hier ook een soort aanrecht en weer twee wc’s. Bijzonder comfortabel eigenlijk, zo’n donjon. Kom je hoger, dan wordt het langzamerhand wat minder luxe. Tussen de derde en vierde verdieping is er geen stenen gewelf meer, maar een eenvoudige houten vloer, waarvan nu nog de dwarsbalken bewaard zijn.

Helemaal bovenin gekomen sta ik plotseling in de open lucht. Je bevindt je hier op de top van de donjon, met aan de vier kanten een wachttorentje en midden op het dak een achthoekig torentje. Hier is een kleine tentoonstelling ingericht.

Helaas is het weer snel omgeslagen. Voor de lunch scheen de zon nog geregeld tussen de wolken door, inmiddels is er een gure wind opgestoken en vallen er wat buitjes. Daardoor kan ik niet echt van het uitzicht over het dorp en het typische landschap van de Gers genieten. Daarvoor zal ik nog een keer terug moeten naar dit charmante dorp!

Basilique Saint-Fris

Ben je in Bassoues, dan is het de moeite waard om ook even naar de kerk te gaan die net buiten het dorp ligt, lopend (10 minuutjes) of met de auto. Deze basiliek werd opgericht ter ere van Saint-Fris, die hier zou zijn gestorven. Saint-Fris heeft volgens de overlevering in de achtste eeuw tegen de Saracenen gevochten, en is hier, na dodelijk gewond te zijn geraakt, uiteindelijk overleden.

Volgens de legende zou een boer op een gegeven moment zien dat een van zijn koeien nooit at maar toch de mooiste van de kudde werd. Hij volgde het beest en zag dat ze dagelijks aan een steen likte. Bij die steen trof hij het volledig intacte lichaam van de ridder aan, en een bron. Hij besloot het samen met zijn buren te verplaatsen om het een echt graf te geven, maar de koeien die ze voor de kar met het lichaam plaatsten konden de kar niet treken. Een van de omstanders gaf de suggestie om de bijzondere koe van de boer de kar te laten trekken, en ziedaar, het lukte haar wel. Vanaf dat moment stapelden de wonderen zich op, en er verrees al snel een kleine kerk voor de inmiddels heilig verklaarde ridder.

De kleine kerk werd in de zestiende eeuw flink vergroot, en dankt daaraan een bijzondere architectuur. In de kerk valt je al snel de crypte op (het oudste deel), waar boven een groot koor geplaatst is. De twee lagen van de kerk versterken de ruimtelijke werking, en ook hier is het net als in de kerk midden in het dorp moeilijk te duiden welke gedeeltes uit welke tijden stammen. Want tot aan de negentiende eeuw werd de kerk verbouwd, en ook viel de kerk ten prooi aan diverse plunderingen, met name tijdens de godsdienstoorlogen en de Franse Revolutie.

Na mijn bezoek aan de kerk is het voor mij tijd om verder te gaan naar een volgend onderdeel in mijn verkenning van de Gers, een wandeling in de buurt van Montesquiou, een dorp verderop. Maar heb je meer tijd, dan zou je nog even naar de wonderbron met het kapelletje kunnen lopen, aan de overkant van het riviertje de Guiroue, om de legende van Saint-Fris tot aan het beginpunt te volgen.

Pinterest

Vond je dit een handig en interessant artikel? Bewaar het dan op je Pinterest!

Locatie

Bekijk al onze tips op een handige overzichtskaart!

Martijn

Bonjour! Ik ben Martijn, oprichter van Frankrijk Puur. Van jongs af aan kom ik graag in Frankrijk. Door mijn studie Franse Taal & Cultuur ben ik nog meer van het land en de Franse gewoontes gaan houden. Op Frankrijk Puur beschrijf ik onze ervaringen in Frankrijk en geef ik je tips voor leuke plekken.

Vragen, opmerkingen, tips? Neem contact op via martijn@frankrijkpuur.nl!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *