A

Abbaye de Landévennec, abdij aan het eind van de wereld

L’abbaye du bout du monde, zo staat het klooster van Landévennec bekend. Genesteld in een hoekje van de rade de Brest, de zeearm die bij Brest nog kilometers het binnenland van Finistère in stroomt. De abdij kent een lange en woelige geschiedenis. Bijzonder is dat er op enkele honderden meters van de oude ruïnes enkele tientallen jaren geleden weer een nieuw gebouw verrezen is, waar een groepje monniken het kloosterleven opnieuw opgepakt heeft en de traditie voortzet.

De abdij van Landévennec is een van de oudste kloosters van Bretagne. Volgens de overlevering werd hier al in 485 na Christus een gemeenschap gesticht, door saint Guénolé. De eerste paar honderd jaar zijn in nevelen gehuld, en de geschiedenis kan enkel aan de hand van wat legendes enigszins worden opgehelderd. Pas uit 818 dateert de eerste geschreven bron die melding maakt van de abdij. Toch hebben opgravingen uitgewezen dat er waarschijnlijk inderdaad in de vijfde of zesde eeuw al een heiligdom op deze plek was, op een steenworp afstand van Gallo-Romeinse overblijfselen.

Omdat ik de geschiedenis van het christendom interessant vind maar ook vanwege de bijzondere locatie, kwam een bezoek aan de abdij al snel op het verlanglijstje tijdens ons verblijf in Finistère. Na een korte stop op de Menez Hom, een bergje van ruim driehonderd meter hoogte, reden we door naar de Abbaye de Landévennec. Bij de overblijfselen van het klooster is een klein museum ingericht met zowel archeologische vondsten als een overzicht van de geschiedenis van de abdij.

Beroemde manuscripten

En die geschiedenis is op z’n zachtst gezegd nogal woelig. Na een periode van groei bereikte het in de negende eeuw een gouden eeuw. Met name beroemd uit die tijd zijn de werken uit het scriptorium. Nog altijd zijn er een handvol fraai versierde manuscripten bekend die uit deze werkplaats afkomstig zijn. Aan de voorspoed kwam abrupt een eind met de inval van de vikingen. De abdij werd door brand verwoest, de monniken sloegen op de vlucht en stichtten bij Montreuil een nieuwe abdij. Halverwege de tiende eeuw keerden de monniken terug en herbouwden ze de abdij, nu in romaanse stijl. Delen van de oude Karolingische kerk zijn terug te zien in het hart van de vernieuwde abdijkerk. Een nieuwe pelgrimage kwam op gang, de relieken van saint Guénolé bleken met name bij koorts verlichting te kunnen geven.

In de daaropvolgende eeuwen werd de abdij regelmatig opnieuw het slachtoffer van invallen, ditmaal door de Engelsen. Ook raakten de gebouwen regelmatig in verval door een neergang in het kloosterleven en het feit dat de abten niet altijd op de plek zelf meer verbleven. Een kleine opleving was er in de zeventiende en achttiende eeuw, toen de ontginning van de bossen die in het bezit waren van de abdij lucratief bleek. Met de Franse Revolutie kwam er een einde aan het klooster, er waren toen al vrijwel geen monniken meer aanwezig.

In het museum wordt deze geschiedenis kleurrijk uit de doeken gedaan. Je loopt als het ware door de diverse tijdperken heen en ziet de abdij veranderen, aan de hand van maquettes en vondsten. Na een bezoek aan het museum lopen we door de ruïnes zelf. Aan de zuidkant is een tuin ingericht met planten die vroeger in de kloostertuin groeiden. Als we verder door de ruïnes dwalen is het niet moeilijk voor te stellen hoe het leven zich hier vroeger voltrok, en komen de verhalen uit het museum nog een beetje meer tot leven.

CategorieënBretagne Finistère

Locatie

Bekijk al onze tips op een handige overzichtskaart!

Martijn

Bonjour! Ik ben Martijn, oprichter van Frankrijk Puur. Van jongs af aan kom ik graag in Frankrijk. Door mijn studie Franse Taal & Cultuur ben ik nog meer van het land en de Franse gewoontes gaan houden. Op Frankrijk Puur beschrijf ik onze ervaringen in Frankrijk en geef ik je tips voor leuke plekken.

Vragen, opmerkingen, tips? Neem contact op via martijn@frankrijkpuur.nl!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *