De Abdij van Flaran in de Gers is een van de best bewaard gebleven abdijen van Zuidwest-Frankrijk. Dat gegeven was voor mij genoeg reden om uit te kijken naar het bezoek dat ik bracht aan dit eeuwenoude klooster net buiten het bastidedorp Valence-sur-Baïse, een half uurtje boven Auch. Niet alleen is het een verstilde plek waar monniken eeuwenlang een leven van contemplatie zochten, de abdij herbergt tegenwoordig ook een interessante (privé)verzameling kunst.
Ik vind abdijen een intrigerende plek, vandaar dat ik er tijdens mijn reizen door Frankrijk vaak een kijkje neem. De eenvoud en rust van het kloosterleven spreken me aan, alhoewel ik ook denk dat de muren toch al snel op me af zouden komen, als ik er zelf permanent zou moeten wonen. Maar ik laat me altijd graag verleiden om er een uurtje rond te dwalen. En dat kan heel goed in de twaalfde-eeuwse Abdij van Flaran.
Branden
Na de oprichting in 1151 kende het klooster een snelle groei en kreeg het bezittingen aan beide oevers van het riviertje de Baïse. Om zich te beschermen bouwden de monniken een muur rondom hun terrein. Hoewel de monniken zich vooral wijdden aan een leven vol gebed en eenvoudige landarbeid en handwerk, kregen ze op diverse momenten in de geschiedenis te maken met geweld. Met name in de zestiende eeuw, tijdens de godsdienstoorlogen, werd de abdij flink getroffen. In 1569 werd een deel van de kerk in brand gestoken, de kloostergangen verwoest en het archief vernietigd. Ook een aantal monniken overleefden de plunderingen niet.
Tegen de tijd van de Franse Revolutie bevonden zich nog drie monniken in het klooster. Die werden eruit gezet en het klooster werd verkocht. In de daaropvolgende eeuwen was het privébezit, voornamelijk in gebruik door plaatselijke boeren. Zo stond er op een gegeven moment Armagnac te rijpen in vaten in de kerk en diende de kapittelzaal als graanopslag.
Aan bijna twee eeuwen privébezit kwam snel een einde in 1970, toen de abdij opnieuw door brand werd getroffen. Ditmaal waren het de eigenaren die het in brand staken, mogelijk om de verzekeringspremie op te strijken. Het departement Gers, die al bezig was de abdij te verwerven, zette hier vaart achter en wist de schade van de brand te beperken. Na een grondige restauratie opende het gebouw de deuren voor het publiek. Ook zit tegenwoordig de erfgoeddienst van het departement gevestigd in de abdij.
Gebouwen
Het meest bijzondere onderdeel van de Abdij van Flaran vond ik de grote romaanse kerk. Van binnen een vrij somber geheel en vrijwel zonder decoraties, strak opgebouwd, met imposante gewelven en dikke pilaren. Nog enkele keren per jaar wordt de kerk gebruikt tijdens bijzondere diensten. Vanuit de kerk konden de monniken direct naar de vertrekken op de eerste verdieping, via een opvallende stenen trap.
Ook interessant is de salle capitulaire (kapittelzaal), aan de noordoostkant van de kloostergang. Deze half open zaal heeft fraaie gewelven en marmeren pilaren die dateren uit de Romeinse tijd. Hoogstwaarschijnlijk zijn ze afkomstig van de Romeinse villa van Seviac, en in de loop der tijd hergebruikt in het klooster. Loop je verder noordwaarts door de kloostergang dan kom je in zaal van de monniken, waar vroeger allerhande klusjes gedaan werden. Hier is nu een tentoonstelling ingericht over de pelgrimsroute naar Santiago.
Niet te missen vond ik verder de keuken aan de westkant, met een doorgeefluik voor het eten naar de eetzaal. Op de eerste verdieping zijn nog vertrekken die van iets meer luxe getuigen. In de loop der eeuwen nam men het namelijk steeds wat minder streng met de oorspronkelijke regel van Benedictus, waarnaar de Cisterciënzer orde was ingericht. Het klooster is tenslotte bijzonder compleet voor wat betreft de overblijfselen. Zo zijn er op het terrein ook nog de oude bijgebouwen te bewonderen, zoals de stallen en een mooie toegangspoort.
Simonow-collectie
Een bijzondere vermelding verdient de kunstcollectie die op de eerste verdieping aan de oostkant van de kloostergang te zien is, op de voormalige slaapzaal van het klooster. De rijke Engelse kunstliefhebber Simonow verzamelt sinds zijn achttiende allerhande kunst en zocht na zijn emigratie naar Zuid-Afrika een permanente plek om zijn collectie tentoon te stellen. Dat vond hij in de vorm van de Abbaye de Flaran. Daar wordt zijn collectie nu beheerd, en in wisselende thema-exposities aan het publiek vertoond. De collectie van Simonow bevat honderden werken, van onbekende maar ook bekende kunstenaars, zoals Monet, Rubens, Claudel, Rodin, Picasso… Een extra reden voor een bezoek aan deze mooie abdij!
Overnachtingsplek
Ben je op zoek naar een leuke overnachtingsplek in de buurt van de abdij? Op enkele honderden meters afstand ligt La ferme de Flaran, een comfortabel hotel met prima restaurant waar op een gastronomische manier de heerlijkste maaltijden voor je worden klaargemaakt. Geniet bijvoorbeeld van malse lamsschouder uit de Gers, of van allerlei andere traditionele streekgerechten.
Vond je dit een handig en interessant artikel? Bewaar het dan op je Pinterest!
Mooi stukje over de abdij…. heb deze niet bezocht …. kwamen met de fiets van Condom langs de Baïsse…. slecht onderhouden voie verte op sommige plaatsen en ook in Valence-sur-Baïsse … was de ontvangst in juni niet om naar huis te schrijven …zelfs ’s avonds deed men de moeite niet om een restaurant te openen…het onthaal en het verblijf in la Domaine “La Brette” in Condom daarentegen was fantastisch…mooie fietstochten gemaakt via de voie verte van Condom tot Cazaubon, en genoten van het park van Barbotan-les-Thermes….een tweede fietstocht gedaan naar Labastide -d’Armagnac… en daarna met de wagen verder door de Landes naar Mont-de-Marsan… verder naar Saint-Sever met haar mooie abdij en de lekkere kippen ….om verder via de mooie parken van Eugenie-les-Bains te eindigen in Aire-sur-l’Adour…. een aanrader…
Ook Auch gedaan , mooi en aangenaam stadje en op de terugweg de “Floc de Gascogne ” gekocht , witte en rode gekocht in Fleurance (het Florence van de Gers) …. en genoten ’s avonds van een lekkere apéro… de volgende dag een heerlijke uistap gedaan en genoten van twee biezondere plaatsen…in de Bas Armagnac…. Lecoutre …. de vesten wandeling gedaan en “La Romieu”…. de prachtige kerk en toren bezocht en de abdij en rondgedwaald door de smalle straatje, volgens mij zeker een aanrader voor de Gers….lekker slow down gedaan, géén autostraden in de buurt, géén tgv’s die voorbij razen…. een mooie week gehad begonnen in Nérac , de stad van Herni IV en zijn moeder Jeanne d’Albret ( pays d’Albret) en als afsluiter de aangename stad Agen…. een mooie week met aangename temperaturen en genoten van onze dagelijkse tochten langs de Baïsse ’s avonds…met zijn sluizen….